Tag Archives: kater Bolle

Kater Bolle over als je buik te groot is

buikVaak lees ik dat katten moeilijke eters zijn. Dat betekent dat ze veel dingen niet lusten. Of dat ze snel last van hun maag krijgen.

Ik ben zelf een makkelijke eter, dat kan ik wel zeggen.
Ik lust bijna alles.

Lekker

Ik vind brokjes lekker, als ze maar niet te klein zijn. Want dan kan ik ze niet kauwen, wegens dat ik een vreemde mond heb. En als ik brokjes niet kan kauwen slik ik ze zo door, en spuug ik ze even later allemaal weer uit. Daarom krijg ik altijd grote brokken.
Natvoer vind ik ook heerlijk. Alle soorten eigenlijk wel. Alleen patee niet, want ik snap nooit goed hoe ik dat moet eten. Hoe kan ik nou een groot stuk dat er overal hetzelfde uitziet eten? Waar moet ik dan beginnen? Ik heb liever iets met saus of sjelei, met stukjes erin. Ik eet altijd eerst de saus of de sjelei en spuug de stukjes terug in mijn kom. Als ik alles saus opheb, eet ik pas de stukjes.
Het allerlekkerste vind ik stukjes rauw runderhart. Of stukjes rauw rundvlees, die mijn vrouw klein maakt. Dan eet ik meteen alles op, en ik sta al een beetje te dribbelen als mijn vrouw het klaarmaakt. Van de zenuwen, dat het zo lang duurt.
Snoepjes vind ik ook heerlijk. Ketisfeksjons, of Feliks Partiemiks, of antihaarbalsnoepjes, ik lust het allemaal.
Menseneten hoef ik niet. Mijn mensen eten vegetatie, dus nooit vlees of vis ofzo. Ik ben geen konijn, dus daar begin ik niet aan. Kaas is lekker, maar dat krijg ik nooit. En sjips lust ik ook.
Pas geleden had mijn vrouw een schaaltje met iets heel kouds erin. Ze zegt dat het eis heet, dat kan best. Ze had het eventjes op de grond gezet en voordat ze zag wat er gebeurde had ik er al een paar keer aan gelikt. Het was biesonder en ik vond het lekker. Maar mijn vrouw zei dat het eigenlijk niet voor katten is en pakte het van me af.
Hoe dan ook, ik lust dus bijna alles.

Diejeetbrokken

Behalve diejeetbrokken. Ik heb wel een miljoen soorten diejeetbrokken geproefd. Meestal lust ik ze een paar dagen en dan niet meer. Vaak zijn ze heel mienieklein, en zo kan ik dus niet eten. Of ze ruiken al meteen als de zak opengaat heel vies. Of helemaal nergens naar, dat is ook vaak zo. Dat is natuurlijk niet lekker, dan kan ik net zo goed steentjes uit mijn tuin eten. Of het vogelvoer. Dat deed Popje altijd, dan was het maar opgeruimd. Daar moesten mijn mensen altijd erg om lachen. Ik laat het voor de vogeltjes staan, die hebben ook honger.

Pillen

En toch ben ik al weer een tijdje op diejeet, ook al lust ik geen diejeetbrokken.
Toen ik steeds binnen moest blijven en een druksdruppel kreeg, ging ik ook meer eten. En van die pillen van de dokter, dat ik rustig bleef, nou daar leek ik wel een stofzuiger van. Eerlijk waar, ik at alles wat me voor de voeten kwam, ook dingen die ik eigenlijk niet lekker vind zoals mijn slankbrokken. En toch ben ik toen niet slank geworden, raar hè?
Mijn buik is te groot geworden, zeggen mijn mensen. Net als bij Loes. Dat vind ik niet hoor, dat de buik van Loes te groot is! Dat zou ik nooit zeggen, dat had de dierendokter gezegd. Ik vraag me wel af wat die er eigenlijk van weet!

Kauwen

Nu heb ik weer de brokken die Bert ook heeft, en ik ben al afgevallen zegt mijn vrouw. Maar ik heb geen honger gehad, gelukkig maar. Ik heb even gevraagd aan mijn vrouw om op te schrijven hoe die brokken heten, hier komt het: Hills Metabolism.
Ik heb ze eerder gekregen, toen moest ik er steeds van spugen omdat ik ze niet goed kon kauwen. Nu gaat dat prima, hoe dat kan weet ik niet. Zijn de brokken groter geworden, of ik heb ik meer kiesen en tanden gekregen?
Ik vind het prima brokken. Ze zijn best lekker, maar ook weer niet zó lekker dat je er steeds nog meer van wilt. Ik krijg een paar keer per dag een klein beetje natvoer, voor het lekkere. En een paar snoepjes tegen haarballen, want anders krijg ik daar weer problemen mee.

Krom

Tot nu toe gaat het goed met mijn diejeet. Ik vind het zelf nog steeds niet nodig, maar ik wil ook liever geen suikerklontjesziekte. Dan moet je steeds een prik, bah.
Ik wil ook niet dat ik niet kan plassen, dat mijn blaas dicht zit met een soort stenen. Dat kan bij katers, zeker als ze niet heel slank zijn.
En ik ben geen 10 meer, en het is niet goed voor je knieën en je rug als je een grote buik hebt. Mijn benen zijn al krom en mijn tenen ook. Omdat ik vroeger te weinig te eten kreeg, als beebie. Maar als ik nu te dik ben dan wordt dat erger, dan kan ik niet goed meer lopen.
Dus ik doe nu mee met mijn diejeet. Maar ik hoef niet helemaal superslank te worden, vind ik.
Volgens mijn vrouw hoef ik me daar voorlopig nog geen zorgen om te maken.

Wat wel fijn is van mijn diejeet is dat we ekstraveel spelen met de veer (nóg meer?! riep mijn vrouw) en dat we ekstraveel knuffelen.
Dat helpt, bij het slankworden. En zo kan ik het wel volhouden.
Hoop ik.

Vlo

Het is nog maar net een nieuw jaar geworden en er is al verdriet.
Kater Vlo, die altijd antwoordde op de blog, is een prachtige ster geworden.
Het ging heel snel, zijn nieren waren zomaar ineens kapot en konden niet meer gemaakt worden.
Vlo heeft vast al een hoop sterren gesproken en gezien. Hij is daarboven gelukkig niet alleen.
Maar zijn vrouw is natuurlijk superverdrietig en mist hem heel erg. Daarom wil ik haar heel veel kopjes sturen, om haar een klein beetje te troosten.
Ik mis hem ook, want Vlo schreef altijd, echt altijd! En hij stuurde me veren op, van vogels in zijn tuin. Ik zal me Vlo altijd blijven herinneren.
Tot ziens Vlo!

Je vriend Bolle

Kater Bolle over als een jaar voorbij is

jaar

Volgens mijn vrouw is het bijna weer dat feest van een jaar. Dus dat er een jaar voorbij is.
Voor mensen is het biesonder, zo’n jaar. Ze gaan dan feest vieren, en er is weer allemaal vuur en lawaai op straat.

Voor mij als kat betekent het niet zoveel. Ik reken niet in jaren, ik leef gewoon mijn leven. Zo lang als het duurt.

Mensenjaar

Toch ging ik eens nadenken, over wat er allemaal gebeurd is in dit mensenjaar.
Bert is aan zijn tanden geopereerd, dacht ik, maar dat was al weer een klein beetje langer dan een jaar geleden.
Natuurlijk herinnerde ik me meteen dat prinses Katrientje ziek was en daarna een prachtigmooie ster werd.
Een tijd daarna kwamen Dorus en Popeye bij de mensen van Katrientje wonen. Meneer en mevrouw Katrientje dachten eerst dat het twee damespoesjes waren. Maar het bleken twee jongenskaters te zijn. Dat was een verrassing, maar een grappige.
Een verdrietige verrassing was dat beebiePop met tien weekjes een prachtig sterretje werd, een beebiesterretje.
Dat was een heleboel verdriet achter elkaar, té veel eigenlijk, zoveel tranen.
Gelukkig is Door een grote siejameze zwarte panter geworden. Hij groeit nog steeds, hij wordt zeker weten de grootste kater van de blog. Al denk ik wel dat mijn buik groter is. Maar mijn benen zijn korter, dat is jammer.
We hebben met alle katten van de blog een hoed opgezet, voor de hoedjessjoow. Om aan Katrientje en beebiePop te laten weten dat we altijd aan ze blijven denken. Mevrouw Bert, mevrouw Loes en mevrouw Katrientje hebben de sjoow mogelijk gemaakt. Ik kreeg zelf een gouden bolhoed, waar ik supertrots op ben!

Reenoovaatsie

Verder heeft een vriendin van mijn mensen zwerfkater Skip in huis genomen, die van de honger twee bakken met hondenbrokken had leeggegeten (jekkie!). Ik ga in het nieuwe jaar Skip vragen om te vertellen hoe het nu met hem is.
Ook kwam het vriendenboek van Bert uit, waarin een heleboel katten hun levensverhaal
vertelden.
En ik kreeg natuurlijk stijgers in mijn tuin, en mannen in mijn huis. Wegens een reenoovaatsie.
Dat doe ik niet meer, echt nooit meer.
Loes kreeg pijn aan haar ogen, en moest wel een miljoen keer per dag zalluf in haar ogen. Loes is groonies. Dat betekent dat er een ziekte in je lijf zit verstopt, die soms komt kijken. Dan doet ze niesen en snotteren.
En als laatste werd mijn opa een ster, dat is heel verdrietig.

Dik en dun

Er was natuurlijk nog veel meer, maar als ik alles opschrijf ben ik wel een jaar bezig, en dan is het alwéér een nieuw jaar.
En eigenlijk heb ik het belangrijkste nog geeneens verteld.
Dat is namelijk dat ik heb gevoeld dat we hier op de blog allemaal lieve vrienden en vriendinnen zijn. Dat we samen lachen en ook samen verdrietig zijn. Dat we samen voor iemand pootjesdraaien, als dat nodig is. Dat we er voor elkaar zijn door dik (dat ben ik beivoorbeeld) en door dun (wie dat zijn weet ik eigenlijk niet. Misschien Bas, of Floris?). Mijn vrouw roept naar me dat door dik en dun iets heel anders betekent, maar voor mij betekent het dat we elkaar helpen, ook al zijn we allemaal verschillend.

Over het blog

En nu wil ik aan het einde van dit mensenjaar nog drie dingen zeggen.
Het eerste is dat ik hoop dat dat lawaai met dat vuur in de lucht ophoudt. Ik vind het eng, en bijna alle katten en honden en vogels en muisjes die ik ken ook. Vuur en lawaai is geen feest, het is alleen maar vuur en lawaai. Dat vind ik.
En als tweede wil ik Bertje bedanken, samen met mevrouw Bert, omdat ze samen zo’n mooie blog maken. En omdat Bert gewoon zegt dat hij sommige dingen niet durft. En dat slank worden en blijven best moeilijk is. Ik ben superblij dat ik hier op de blog mijn verhalen mag schrijven.
En als derde wil ik alle vrienden en vriendinnen bedanken, dat ze mijn vrienden en vriendinnen zijn. Daar ben ik rijk mee in mijn hart. Het hele jaar door. En zo wil ik ook graag in het nieuwe jaar verder gaan.

Samen

Ik hoop dat we met zijn allen een beetje gezond blijven en dat we samen gelukkig en veilig zijn. En als dat niet lukt, als iemand niet gezond blijft of verdriet heeft, dat we dat samen delen.
Want samen kun je veel meer dan je denkt. Samen kun je bijna alles.
Of misschien wel echt alles.

Kater Bolle over als je soms Jozef heet

Jozef
Vorige week was een rare week. Voor mij en ook voor mijn mensen. Ik had geeneens tijd om een antwoord te schrijven op de verhalen van Bert en Loes, zo druk was het.
Ik ga nu vertellen wat er is gebeurd.

Stijger

Op een ochtend zat ik op het buro, naar mijn tuin en mijn stijgers te kijken. Er waren erg veel mannen in de tuin, dat vond ik wel. Ze maakten ook meer lawaai dan anders en ze liepen veel verder de tuin in.
Het was best eng maar mijn vrouw zat naast me, en daarom durfde ik te blijven zitten.
Mijn stijger was helemaak in stukjes gemaakt en die lagen op een grote berg.
Ineens kwam er iets uit de lucht naar beneden, met een ketting eraan. De mannen maakten de ketting vast aan de stukken van mijn stijger. En wat er toen gebeurde … de stukken stijger werden zó over ons huis heen getild. Door een grote masjiene, een heiskraan heet dat.
Dat is natuurlijk supermoeilijk, want de stijger mag niet vallen en is heel zwaar. Maar alles ging goed.
Nu is mijn tuin dus weer bijna zoals altijd, dat is fijn.

Grote masjiene

Jozef

Maar er was nog iets anders.
Dinsdagochtend, heel vroeg, is mijn opa een ster geworden.
Mijn opa is de vader van mijn vrouw.
Als opa en oma bij ons thuis waren, zei opa altijd tegen mij: “Dag Jozef”. Terwijl ik geeneens Jozef heet! Dat wist opa best, het was een grapje.
Popje, Beer, mijn Molletje en ik kregen soms een kaart van hem. Die had hij dan aan ons geschreven.
Mijn opa was groot en sterk, totdat hij dat opeens niet meer was.
Net voordat hij een ster werd, was hij oud en moe.
Misschien is hij ook wel met die grote masjiene naar de hemel getild, en tussen de andere sterren gezet. Want hij kon bijna niet meer lopen, dus hij heeft hulp gehad. Gelukkig maar.
En nu twinkelt hij naar ons, samen met alle andere sterren. Vooral naar oma en mijn vrouw natuurlijk. Maar ook naar mijn man en mij en naar iedereen die hem mist.

Nu is alles dus ineens helemaal anders geworden. Mijn stijger is weg, daar ben ik blij om. En mijn opa is plotseling een ster geworden, daar ben ik verdrietig om.

Oma

Mijn vrouw doet veel huilen en dan troost ik haar. Ik geef haar likjes over haar gezicht, en ik maak kleine geluidjes. Als mijn man huilt lik ik zijn handen.
En we denken alledrie aan oma.

Nieuwe ster

Als ik ’s avonds in mijn tuin ben, kijk ik naar de sterren.
JozefEr zijn al een heleboel sterren die ik ken. Mijn Molletje, Popje, Beer, Billy, prinses Katrientje, beebiePop, Tim. Maar er is nu een nieuwe ster.

Als ik die zie zwaai ik, en zeg: dag opa, ik ben het, Jozef.

Kater Bolle over: als je veel veren hebt

veren
Omdat ik de laatste weken vaak binnen ben, wegens de reenoovaatsie, doe ik niet zoveel.

Patroeje

Als ik gewoon naar buiten mag loop ik een paar keer per dag mijn patroeje, en ik loop vaak ook een stuk over de daken van de schuurtjes. Soms moet ik zelfs een stuk rennen, omdat er ergens katten ruzie maken en ik daar dan ga kijken.
In ons huis kan ik niet zoveel lopen, want het heeft maar twee kamers. En een badkamer. Daar kijk ik altijd even in het putje en ik ruik er aan. Het is een biesondere lucht, van water en onder de grond. Meer is er niet te doen, in de badkamer. Er is in ons huis ook nog een klein gangetje, waardoor ik naar mijn tuin kan. Maar mijn huispatroeje is dus altijd zo klaar.
Mijn mensen zijn nu bang dat ik nog weer een beetje dikker word. Ook omdat ik door de pilletjes om rustig te blijven veel meer ging eten.
Daarom spelen ze ekstraveel met me, zodat ik toch genoeg beweeg.

Spelen

Mijn vrouw zegt dat dat spelen nog niet meevalt, omdat ik niet veel dingen leuk vind.
Balletjes snap ik niet zo goed. Meestal zit ik beleefd te kijken als mijn mensen balletjes verengooien, maar ik heb eerlijk gezegd geen flauw idee wat ze nou presies van me willen.
Ik heb een paar puzzels, voor brokjes. Daar kijk ik naar, en héél af en toe pak ik er een brokje uit.
Ik heb een vis met ketnip, waar ik vroeger aan likte. En ik kreeg een nieuwe banaan, een kussentje en een muis, allemaal met ketnip. En ik doe er niks mee.
Maar er is één ding waar ik altijd mee wil spelen. Daar kun je me voor wakker maken, eerlijk waar.
Als je me een beetje kent weet je vast wel dat ik mijn veer bedoel.

Stip

Meestal speel ik het spel met de veer met mijn vrouw en met Stip, mijn rode kleedje.
Mijn vrouw haalt de veer onder Stip door en ik vang de veer. Ik speel dit spel al vier jaar, maar het gaat nooit vervelen.
Volgens mijn mensen krijg ik altijd hele grote ogen, en soms ook een dikke staart als we met de veer spelen. Ik moet zelfs gapen van de zenuwen, zo superspannend vind ik het.

Nieuwe spelletjes

Mijn mensen zeggen wel eens dat ze het saai vinden, de hele tijd hetzelfde spel. Daarom heeft mijn vrouw een paar nieuwe spelletjes met de veer bedacht. Zij kent me goed en ze weet presies wat ik leuk vind, soms zelfs voordat ik dat zelf weet.
Eigenlijk hou ik niet zo van nieuwe dingen. Ik wil graag dat alles altijd het zelfde is, dan voel ik me veilig. Maar de nieuwe spelletjes durfde ik meteen te doen. Dat vinden mijn mensen superstoer van me, dat ik dat durf. Ik ben zelf ook best een beetje trots dat ik zoveel durf.

Kleedje

verenHet eerste nieuwe spel is met een nieuw kleedje in de slaapkamer. Mijn vrouw heeft het een tijdje geleden gekocht en was een beetje bezorgd dat ik er bang voor zou zijn. Maar ik zag het kleedje en ging er meteen languit op liggen, en aan krabbelen.
Nu spelen we op dat kleedje met de veer. Elke dag ga ik een paar keer op dat kleedje zitten en kijk naar mijn mensen. Die weten dan meteen wat ik bedoel.
Eén van mijn mensen beweegt de veer onder het kleedje en ik spring er bovenop. Soms doen ze het kleedje dubbelvouwen, zodat er een soort tunnel is. Daar kijk ik dan steeds in, of ik de veer al zie.

Wat ik dan weer nóg leuker vind is als mijn vrouw een tasje op het kleed legt en de veer zich daaronder verstopt. Het is een tasje van dunne stof en als ik zie dat de veer onder het tasje zit neem ik een sprong en schuif op het tasje een stuk over het kleed. Alsof ik aan het surven ben, zeg maar. Ik maak een prop van het tasje en ik bijt erin, net zolang tot ik de veer heb gevangen.
Als ik de veer heb beginnen we weer opnieuw.

Poten

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Ook kan de veer nog om de poten van de eettafel heen gaan, heel snel. Dan ga ik aan de andere kant van de tafelpoot staan en sla mijn voorpoten om de poot heen, en probeer de veer te pakken te krijgen.

Grappig hè, dat je zoveel kunt doen met een veer? Dat had ik nooit gedacht.
Mijn mensen kiezen altijd de veer uit waar we mee gaan spelen, want ik heb heel veel verschillende veren. Kleine veren, grote veren, veren in een bosje aan een stokje,
veren aan een touwtje. Ik heb veren van Vlo gekregen, van vogels die bij hem in de buurt wonen. En sinds kort heb ik ook veren van pouwen, met een oog erop.
Mijn man vraagt wel eens hoeveel veren ik eigenlijk nodig heb.
Nou, in prinsiepe maar ééntje, maar meer is altijd beter.
Zo zie ik dat, met veren. Van veren kun je er nooit teveel hebben.

Kater Bolle over: als je het zat bent

BolleVorige week waren mijn mensen en ik het allemaal een beetje zat. Het voelde alsof de reenoovaatsie al jaren aan de gang was. We waren in het begin al zat ervan, maar nu ekstraveel.

Op avontuur

Mijn vrouw was ziek geworden van het stof, mijn man was heel moe en ik liep de hele tijd te dribbelen. Ik had peper in mijn bips,  zo noemt mijn vrouw dat (ze zegt eigenlijk een ander woord, maar dat is niet netjes). Ik wilde steeds naar buiten en dat mocht niet. Wegens die mannen op de stijgers. Toch bleef ik de hele tijd bij de deur zitten.

Meestal doe ik niet moeilijk als ik iets niet mag.
Ik zeur niet en maak niets kapot. Nu met de reenovaatsie ga ik niet op avontuur en blijf vooral in mijn eigen tuin, als ik naar  buiten mag.

Pop en Beer

Mijn vrouw zegt vaak dat ze gek was geworden als ze dit met Popje, GroteBeer en mijn Molletje had moeten meemaken. Want Pop en  Beer zouden binnen de hele dag lopen klieren en mauwen, tot ze weer naar buiten zouden mogen. Mijn Molletje zou boos zijn, wegens het lawaai en dat ze binnen moest blijven. Ze zou de hele dag mokken, en niet willen eten.
De mannnen (zo noemden mijn mensen Pop en Beer altijd) zouden de hele nacht op ontdekkingsreis gaan bij de stijgers en alle spullen die er liggen. Pop zou allerlei dingetjes stiekem meenemen, dat deed hij altijd. Stukjes hout of kwasten om aan mijn
mensen te laten zien. Hij zou overal in stappen of vallen, want dat deed hij ook altijd. Hij heeft een paar keer een grote

Pop

Pop als kuiken, op de stijgersnee in zijn buik gehad omdat hij ergens aan was blijven hangen, een speiker waarschijnlijk. Hij is een keer in een ander huis door de terpentiene gelopen, dat was supergevaarlijk. Mijn mensen moesten midden in de nacht naar de dokter met hem. Hij had de terpentine  opgelikt en hij had wel een ster kunnen worden.
Mijn mensen en onze buurvrouw noemden Pop altijd de opzichter, omdat hij bij elk huis waar gewerkt werd ging kijken. Hij had ook vaak verf in zijn haren, en Beer zat een keer onder het sement. Dat vond hij niet erg, hij wilde niet dat mijn mensen het er uithaalden. De mannen waren echte klussers, volgens mijn vrouw.
Pop, Beer en mijn Molletje hebben een keer meegemaakt dat alle huizen aan de buitenkant werden geschilderd. Maar toen woonden ze nog niet bij ons.

Ik ga niet kijken bij spullen van de reenovaatsie en ik klim niet op de stijgers. Meestal leg ik me er bij neer (op het grote bed, haha, zie je mijn grapje?) dat ik binnen moet blijven.
Als de mannen van de stijgers weg zijn en ik naar buiten mag ben ik vaak na twee minuten weer terug. Ik wil alleen even zeker weten dát ik naar buiten mag.

Onrustig

Maar deze week was ik onrustig. Mijn druksolie hielp niet genoeg, ik was de hele tijd zenuwachtig.
Ik had pijn in mijn buik en ik moest spugen. Op het grote bed. En daarna moest ik heel snel naar mijn binnenweecee, wegens die pijn in mijn buik. Mijn mensen snappen dat heel goed, maar mijn vrouw zei wel dat de ‘lucht niet te harden was’ ofzo. Ik weet niet
wat ze daarmee bedoelde, het zal wel iets zijn dat alleen mensen snappen.
En toch mocht ik niet naar buiten. Maar ik bleef rondlopen en wilde niet gaan liggen.
Mijn mensen werden een beetje wanhopig van mij. Mijn vrouw zei dat er nog één ding was dat we niet hadden geprobeerd. En dat wilde ze gaan kopen.

Geps

Na een halfuurtje kwam ze weer thuis, heel entoesjast. Ze liet iets aan mijn man zien, die moeilijk keek en zei dat hij er niet in geloofde.
Ik zat zelf weer bij de achterdeur, want ik wilde nog altijd naar buiten. Mijn vrouw kwam naar me toe en begon aan me te frummelen. Ze deed iets over mijn hoofd en deed twee gepsjes dicht (volgens mijn vrouw heten die dingen gespjes, maar dat is gewoon niet waar). Ineens klikte ze nog een geps vast, en deed de deur open. We liepen samen naar buiten en toen bleek ik ineens een tuigje met een riem aan te hebben. Zoiets heb ik nog nooit meegemaakt. Alsof ik een hond was!
Ik liep wel mee met mijn vrouw, maar toen hoorde ik iemand op de stijgers. Ik raakte helemaal in paniek, en ging plat op de grond liggen. Ik probeerde zo plat mogelijk weg te rennen, maar ik zat vast aan die riem. Mijn vrouw tilde me meteen op en ging met me
naar binnen. Gelukkig.

Op bed

Binnen heb ik gegeten, en daarna heb ik op het grote bed liggen slapen. Buiten was niet wat ik er van verwacht had, zolang die mannen er nog zijn.
’s Avonds mocht ik wel weer naar buiten, toen alles rustig was. Ik heb een tijdje op mijn stoel gezeten, in het donker. Mijn man kwam kijken, en ik liep samen met hem naar binnen.
We hebben met zijn drietjes op het grote bed geknuffeld, ik heb iets gegeten en ik ben samen met mijn vrouw gaan slapen.

Maar de volgende dag was ik weer zo onrustig. De hele week eigenlijk. Ik wilde niet op mijn weecee, en bleef maar rondlopen. Ik wilde mijn tuin in, ook al zijn de mannen daar bezig.
Ik hoefde gelukkig niet meer het tuigje aan. Want het maakt niet uit hoe erg ik dribbel, ik mag niet naar buiten als er nog iemand op de stijgers is.

Terras

En elke dag, als ik dan eindelijk weer naar buiten mocht, draaide ik me op het terras al weer om en ging naar binnen. Soms was ik maar heel eventjes buiten en kwam dan snel naar binnen rennen om op mijn weecee te gaan. Mijn vrouw zei WAAROM?
Ik kan het zelf ook niet echt uitleggen.
Behalve dan dat ik nou eenmaal een kat ben, en dat ik de reenoovaatsie zat ben.
Dat snappen mijn mensen, die hebben dat ook. Niet dat kat-zijn, maar dat zat-zijn.
Nou doen we maar ekstraveel knuffelen en met de veer spelen, dat is voor ons alledrie leuk.
Vind ik.