Minnie: slim of schattig

slimIk zat in het wasbakje in de weecee. Ik wilde graag water op likken zoals ik wel vaker doe als Frau op de mensenbak zit. Ze had alleen ff geen erg in mij. Dus toen dacht ikke hoe doet zij dat altijd. Oh ja met fingers en een duim. Hmm een duimpje heb ik ook aan mijn pootje. Dus ik ik deed mijn linker foorpootje om het knopje heen en probeerde het oope te draaien.

Tsjillen

Het lukte niet. Wat wel lukte was aandacht van Frau hihi. Ze zat furrteederend naar mij te kijken. Wat ben je toch schattig Minnie. Dat zei ze. Miauw mauwde ik. Dat isse toch niet schattig dat isse slim! Ze moest lachen. Folgens haar hebben wij allebei een andere deefienietie van wat schattig is en wat slim.
Als ikke bijfoorbeeld op haar sgoot klim om een beetje te soeselen en slaape dan find ik dat slim. Want op haar sgoot is het faak lekker warm. Mensenopa find het dan weer schattig als ik zo lig. Schattig dat find ik twee duifies die op het dak naast elkaar in de zon zitten. Lekker genietend van de warmte. Oh en ja ik hoor iedereen die dit leest nu miauw lachen. Of blaflachen of tokhihitok. Want duiffies zijn natuurlijk ook jammie hihi.
Nou en toen was ik wel klaar met het wasbakje en sprong ik er uit. Ik ging de trap op naar boofe om daar ff te tsjillen. Maar toen hoorde ik de poort deur gaan. En als je die hoort gaan dan moet je zorgen dat je op de fensterbank zit. Want je weet maar nooit wie of wat er door komt natuurlijk.
Deese keer was het mensenopa. Ikke find het miauw leuk dat hij so faak langs komt. En dat ik zijn favoriete kleinkat ben. Okee ik ben de enige hihi maar toch ikke ben favoriet. Hij had een tas mee dus ikke wilde meteen inspekteere. Ik rook. Snuf snuf. En ik keek. Raakte een beetje in de war. Want ik zag allemaal zakjes waar Frau altijd heet water op doet. Dat noemen mensen geloof ik thee. Maar ik rook kattegras.

slimSnoep

Mensenopa zei kom Minnie ik zal je helpen. Uit de tas kwamen dus die zakjes foor in heet water. Wat ikke dus echt niet lust hoor. Blegh! Maar daarna. Jammie! Een lekkere kattegras plant. Ommedat ik fan alle plantjes in huis en soms als ikke de kans krijg die in de tuin wel wil snoepen. Daarom heeft hij deese gekocht zei hij. En hij furrtelde dat ze proefzakjes kattegras noepies uit gingen deele bij de Jumper. En dat hij froeg of hij twee zakjes mocht foor sijn allerliefste kleinkat. Dat mocht dus nog meer jammie foor mij.

Krappaal

Tijdens de koffie probeerde ik een stukkie koek kruimel te bietsen. En ik ging natuurlijk dankjewel knuffelen. Daarna gingen ze mensenbrokjes halen. Mauw ikke pas wel op het huis! Dus ik ging in de gang op wacht liggen. Toen ze terug kwamen ging mijn neusje meteen van snuf snuf. Ze hadden fissie meegenomen. Lekkere kibbeldingen. Kijk dat find ik dan schattig van hun. Dat zij net sofeel van fis houden als ik.
slimMaar ineens stonden ze op. Tot zo Minnie we gaan eefe iets doen. En weg waren ze. Froeg me wel af waar ze naar toe gingen. Maar was toch ook wel toe aan een tukkie dus ben de trap op gedribbelt en boofe op het wasrek gaan liggen slaape. De son scheen warm dus dat was wel ff lekker.
Na een tijdje hoorde ik de deur gaan. Minnie kom eens naar beneden, we hebben een katdootje foor je. Ik kwam omhoog en spitste mijn oortjes. Zeiden ze nou katdootje? Foor mij? Snel sprong ik fan het wasrek op de wasmasjien op de grond. En toen snel dribbel dribbel de trap af.
Nou en wat ik toen zag! Jullie kunnen het ook zien op de footoo. Ikke heb een suuper duuper de luukse krappaal katdoo gekregen. Mauwie! Ikke ging het meteen uitprobeere. Er zit een trappetje bij. Een hangmat. En bovenop een superrielekse tsjill plek. En ommedat die best hoog is kan ik rielekse en de tuin in de gaate houden. Ook de foguls kan ik zo vanuit mijn luie plek lekker goed zien. Wauwie ikke foel me suuper furrwend.

Nou mauw dit was het weer foor deese keer. Ook ik blijf nog steeds mee tetteren foor freede.
Pootje van Minnie

Japie weet het: It’s magic

japieHier en daar een buitje hoor ik op de radio. De meeste regen valt naast me, dus geen enkele reden om niet op pad te gaan. De eerste druppels vallen tijdens mijn patrouille door de speeltuin. Voor dat beetje nattigheid draai ik mijn poot niet om. Eerlijk gemiauwd vind ik regen best lekker. Mijn jas wordt er heerlijk zacht van. Dat vindt Pummy fijn. Dan kruipt ze nog dichter tegen me aan.

Het weer heeft niet goed naar de radio geluisterd. Het buitje gaat over in gieten. Ik laat me niet kennen. Zelfs nu de takken vervaarlijk heen en weer beginnen te zwiepen, stap ik stoer door. Ik prent mezelf in dat ik Mo moet vragen om de ladder neer te zetten. Aan het eind van mijn avondronde wil ik wel dag miauwen tegen Oopa Floris. Sinds hij een purrachtige ster is, geef ik ieder donker kopstoten naar de hemel. Beter doe ik dat niet vanuit mijn boom als het zo stormt.

Kitkat

Opeens kletteren keiharde kogeltjes op mijn kop. Woest kijk ik om me heen. Wie denkt er zo lollig te doen? Tot overmaat van ramp worden er foto’s gemaakt. Van alle kanten komen lichtflitsen. Zou iemand het op KitKat willen zetten om me te kunnen chanteren? Dat hadden ze gedacht. Ik ben slimmer dan die lafaards. Snel duik ik onder de struiken en baan me zigzaggend een weg richting de achtertuin. Nog één sprintje en dan ben ik binnen. Ik sjees langs het konijnenhok, miauw gedag tegen Magnum en dender door mijn kattenluik.

japieHagelwit

Terwijl ik de natte bende uit mijn vacht schud, spoel ik de film in mijn kop terug. Zag ik het nou goed? Had Magnum ook van die witte knikkers in zijn jas zitten? Zouden ze het ook op hem gemunt hebben? Daar moet ik een stokje voor steken. Dat ze mij te grazen willen nemen, is al erg genoeg. Maar van mijn furriend blijven ze af. Na een snelle hap – met een volle buik kan ik beter denken – stap ik weer naar buiten. De regen is overgegaan in een wolkbreuk. Ik tuur tussen het hekwerk door maar zie amper een poot voor ogen. ‘Magnum,’ schreeuw tussen het geraas van slagregens en donderslagen door, ‘Magnum, waar zit je?’ Als ik hem tijdens een felle flits vrolijk aan zie komen huppelen, schrik ik me tien brokken in de rondte. Tijdens het weerlicht zie ik nog net hoe de pestkoppen zijn zwarte jas veranderd hebben in hagelwit. Hoe durven ze mijn furriend zo te plagen! ‘Zoek je Magnum?’ snuffelt het witte snuitje. ‘Hij schuilt even onder een pallet. Mijn furloofde houdt niet zo van hagel en onweer.’

japieHoge hoed

‘Uw fffur furloofde?’, weet ik stotterend uit te brengen. ‘Weet u zeker dat u niet mijn furriend Magnum bent? Zijn de kogeltjes niet te hard op uw kop terecht gekomen, waardoor u niet meer weet wie u bent?’ Het witte snoetje is heel stellig en snuffelt dat Magnum echt haar furloofde is. Nu snap ik helemaal niks meer van. ‘We hebben elkaar nog niet ontmoet, toch?!,’ gaat het witte snoetje opgewekt verder. ‘Jij moet Japie zijn. Magnum heeft al zoveel over je gesnuffeld. Ik herken je meteen. Ik zal me even voorstellen. Pita is mijn naam.‘ Ik ben met stomheid geslagen. Hoe komt die ineens uit de hoge hoed getoverd?

Kever heeft een mening over rieleksen

rieleksenMijn mensen zeggen vaak dat ik zo lief ben en zoveel kan, en dat find ik zelf eigenlijk ook, ik kan tetteren met meer dan een miljoen ferschillende geluiden, ik maak muziek op de spieraal, ik kan heeeeeel goed knuffelen, ik kan pluusjen muisjes fangen, ik kan de veer bijten (en ik bijt mijn mensen soms ook), ik kan natuurlijk keigoed eeten en ik ben ook nog heel erg slim, mijn vrouw zit nau iets te mompelen maar ik doe gewoon net alsof ik haar niet hoor, want daar ben ik toefallig ook nog eens goed in!

Gefoelig

Ferder ben ik een gefoelige jongen, ik merk meteen dat er iets aan de hand is met mijn mensen, als ze moe of ferdrietig of ziekies zijn word ik heel stil en ga ekstra kopjes geven, dan ben ik in de nacht rustig en speel ik geen spieraal, ik maak alleen muziek als alles in orde is.

rieleksenTuin

De afgelopen tijd was moeilijk voor mij omdat mijn man de hele tijd met die stokken moest lopen waar ik bang voor was, mijn man fond het zelf ook heel ferfelend maar hij legde uit dat het niet anders kon, hij kwam me wel steeds knuffelen ook al kon hij niet lopen zonder stokken, hij kroop dan op handen en kniejen naar mij toe, dat fond ik fijn maar ik wist ook dat hij later toch weer die dingen bij zich zau hebben.

Gelukkig zijn die stokken nau weg en kan mijn man veel beeter lopen, hij beweegt bijna net zoals froeger, hij ligt SAMEN met mij op de grond en borstelt mijn haaren, hij komt in de tuin naar me kijken of alles in orde is, hij staat in de nacht op om me knuffels te geefen en als ik tetter komt hij kijken wat ik wil, dus alles is bij ons thuis weer zoals het hoort.

rieleksenStoel

Dat is al fantasties maar toen kwam er ook nog zon, er waren vogels en vlinders, het was warm en ik foelde me helemaal rielekst in mijn tuin, ik lag op mijn stoel en droomde, ik droomde dat iedereen die het nau moeilijk heeft of ferdrietig is op een dag ook weer foelt dat alles is zoals het hoort, en ik stuur jullie heeeeeeeeel veel zachte kopjes, misschien helpt dat een klein beetje, dat je weet dat ik aan je denk.

Ik stuur ekstraspesjale kopjes aan Loes en haar famielie, en aan Abby en haar famielie, en natuurlijk tetter ik weer voor vreede!!

Bram is saame aan het gluren

glurenLieve allemaal, hier ben ik weer op Brammie-Zaterdag. En folgens mij kaalender is het herfst, folgens mij billen niet.

Het is gewoon warm weer en ik ga gewoon nog naar buiten. Ik heb nog geen avond-klok dus dan is het nog zoomer voor mij. Al zie ik wel dat het stees een beetje donkerder wordt buiten in de lucht. De sterren straale nu ook feller omdat het donkerder wordt. Maar ik ga gewoon nog naar buiten.

Tuin

De zon was er maar scheen niet heel erg fel. Soms hoeft dat ook niet van mij. Zonnebaade is lekker maar ik hoef geen andere fagt kleur. Ik ben gewoon Bram, siepers met wit. Zo heet dat. Ik was weer in mijn tuintje want ik wil gewoon alles weten.
Het is eefe geleden dat ik in mijn tuin was. Dat komt omdat mijn manspersoon en mijn vrouw de zijkanten van de schutting moesten maken. Er waren overal openingen en ik kon overal heen kruipen. En ze dachten dat ze alle gaate hadden gedicht. En toen ik in de tuin was en wist te ontsnappen… Zagen ze natuurlijk presies waar dat dat was. Dat gat is ook dicht. Omdat er aan de andere kant van de schutting een weg is met auto’s, is het te gefaarlijk voor mij om daar te zijn. Maar nu dat alles dicht is, kon ik weer naar buiten!

Oer

Mijn vrouw maakte de deur open en ik kon me niet meer inhouden met mauwen. Ik wilde zo graag naar buiten. Er kwamen van allerhande mauwtjes naar buiten. Een zachte, zo van: ‘mag ik?’ en er kwam een diepe die zei ‘ik foel me oer en ik wil de tuin in!’. Mijn staart ging mee bibberen, van start tot punt. Bij de eerste opening schoot ik naar buiten. Mijn lijf en kop gingen niet saame. Mijn lijf ging vooruit en mijn kop wilde naar mijn faavoriete plek waar ik de tuin uit kon. Je weet wel, dat ene plekje wat nu dus dicht is. Daar stond ik eefe in het midden van de tuin.

Staart omhoog

gluren

Wat gaan we doen Bram, vroeg ik mezelf. En toen kwam mijn manspersoon naar buiten, ‘Ga je mee gluren?’. Oooo dat was ik helemaal fergeete! Ik kan weer gluren. Het klinkt raar maar dat is het niet. Gluren wil zeggen dat ik onder de poort door doe kijken om te zien of er iets gebeurt. Of er iets spannends is. Je snapt wel dat mijn staart weer omhoog stond want dit is super leuk! Mijn manspersoon gaat mee gluren.
Saame lope we naar de poort. Mijn staart blijft omhoog omdat ik zo blij ben. Dit doen we niet zo vaak saame dus dan is het speesjaal en leuk. Mijn manspersoon loopt helemaal naar de poort en ik tijger achter hem aan. Ik foel me oer van binnen en blij. Oer omdat we saame gaan gluren en blij omdat we dat saame doen.

Kopje

Mijn manspersoon gaat door de knieën zitten zodat hij kan gluren maar ik ben te ongeduldig. Ik loop eerst op en neer langs zijn benen af. Dan geef ik hem een kopje. Gewoon zomaar. En dan wil ik gluren. Ik laat hem zien hoe je moet gluren door heel laag bij de grond te zijn en er onder door te kijken. Ik doe het voor en sta dan weer op. Ik loop een rondje om mijn manspersoon heen en mauw zodat hij weet van: zo doe je dat! Ik geef weer een kopje omdat ik blij ben dat we dit saame doen. Dan buk ik weer en laat ik hem zien hoe het moet. ‘Ja ja Bram, ik weet het’ hoor ik als ik weer opsta en om hem heen loop. Voor de zekerheid geef ik hem nog een kopje.

Saame

gluren‘Wat zie je allemaal jongen?’ vraagt mijn manspersoon als ik laag ben en onder de poort door kijk. Ik zie van alles, echt waar!, mauw ik. Er is een auto en nog een. En er zijn bloeme en planten en mensen die fietsen of wandelen. Blaadjes die dwarrelen of gewoon liggen. Ik zie geen verdwaalde dieren of kleine beestjes. Misschien is dat omdat ik te vlug kijk en te blij ben.
Wat is dit leuk zo saame mauw ik. Mijn manspersoon kriebelt mijn rug en ik laat een blije mauw ontsnappen. Dit kan ik zo wel heel erg lang volhouden. Mijn manspersoon geeft me een kus op mijn kop en gaat daarna opstaan, ‘Doe nog maar lekker gluren jongen, ga ik koffie drinken’. Als hij naar binnen gaat, ga ik nog eefe gluren tot ik moe word en naar binnen ga. Ik vond het heel fijn dat mijn manspersoon er was. Dat mag vaker zo.

Ik hoop dat jullie ook zo’n fijn wiekent hebben met een mooie dag saame. Ik geef zachte kopjes voor wie het nodig heeft, en ik tetter mee voor freede!

“Bert, help! Een beestje!”

helpDe nacht was begonnen wegens dat mijn vrouw naar de slaapkamer was en ik bleef nog eefe beneden, ik wilde brokjes eete in alle rust. Toen hoorde ik boven geluiden.

Geluiden van boven dat is raar. Ik hoorde heen en weer lopen, heel snel. En ik rook nieuwe lucht, dat kwam uit het raam van de overloop, dat was dus oope, ook raar, dat is haast nooit zo. Toen hoorde ik mijn vrouw op de trap naar beneden rennen en ze riep: “Bert, help! Een beestje!” Daarna rende ze weer terug naar de slaapkamer.
Weer dat geluid van heen en weer lopen.
Zo raar.

Brokje

En ik dacht nou eerst eefe een brokje eete Bert, foordat je gaat. Dus ik at brokjes. En ook van mijn bord met eete voor de nacht.
Een beetje water.
Nog  wat brokjes.
Water.
Mijn vrouw zegt alteit dat elk brokje belangrijk is voor mijn gezond, en dat is het ook, dus ik heb mijn aandacht en mijn tijd erfoor nodig, als je snel eet moet je ofergeefe, dat weet iedereen, dus dat doe ik niet. Ik eet met rustig-aan. En nou helemaal want ik had van binnen kragt nodig.

Stil

Toen ik dacht nou kan ik naar boven, was het er stil.
Ik de trap op.
Langs het raam van de overloop, dat was weer dicht, zo hoort het ook.
Dan de kamer in.

Donker

Het was donker en mijn vrouw lag in het bed. Dus ik sprong op mijn stuk van het bed en ging op mijn kussen liggen. Meteen stak mijn vrouw haar hand uit en ze aaide me en ze zei: “Bert, wat fijn dat je komt. Er was een beestje, ik heb het geloof ik weggewapperd.”
Ik bleef liggen tot ze sliep. Daarna ben ik weer naar beneden gegaan om nog wat te eten. En eerlijk waar, ik foelde me best tefreden ofer mezelf. Ik had compliementen gekregen en ik wist gewoon, het is belangrijk dat je als katerman ook wat bijdraagt aan het samenwoonen.