Tag Archives: Catoo

Kater Dorus over zijn Oompie Bolle

BolleHajooo iedeween. Hette isse weer mij beurt. Ikke ga hut oofer me Oomie Bolle heppe.

Een meel

Oooooh wat was het affeloope week naar.
Foorige week sonnedag kweeg ik opme-eens een meel vanne de mense van Oomie Bolle. Hij was inne een soort fan siekehuis omdat hij teets liep te puuge. En hij moes bjijffe!! De follegenne dag ginge er teets meels oofer en weer. En opmij-eens begon mij frauw ophaareens te huiwe.
Oomie Bolle hat naameluk deselfde siekte as dat mij Oomaa’s Katrien en Catoo ook hat.

Tjoost

Ikke fjoeg aan me frauw wat dat in hielt. Me frauw keek me gesjrik aan. Se sat fan dat het een hewe gemeene siekte is. Dat het katjes, maar ook mense, errug ziek maakt. En dat katjes het meesal niet ooferleefe.
Net as mij Ooma’s.
Ik ging naas frauw legge. Ik hing oofer één poot fan me frauw. Sjootligge durruf ikke niet, maar oofer 1 poot durf ikke wel. Ik lag saggies te snikke. En me frauw tjooste me.

Me bwoertje

Toen mjauwte ikke dat siek sijn stom is. En doodgaan hewemaal!!
Evve dag ik weer aan me bwoertje Poppy. Ook hij wert siek en ging doot. Hij was pas tien weekies. Dan magge tog nie doot gaan?
Me frauw sei me dat er in mij famielie een siekte sit. Dat somaar toeslaat. Willekeurig. Ikke fjoeg dus of ikke die siekte ook hep. Frauw begon te huiwe. Se sei ikke weet hut niet. Het kan, maar het kan ook nie sei se.
Se sei me dat se heel lang bang was datte ik me eerse furrjaardag nie sau haale.
Nau… sat sei fauwt hihihi. Ikke wor al bijna twee-jig.

Siewig

En nau is me Oomie Bolle er opmijeens niet meer. En dat fin ikke siewig foor hem, maar ook foor sijn mense. Sij moete nu doorfaan sonner Oomie. En dat is moeluk.

Hoetjes

Fandaag is het prinsessedag en gaane we swaaie naar al onse frientjes ofer de regenboogbwug. We sette allemaal onse mooiste hoetjes op die mij mamsie sorgfuldig hep uittesogt. Normaal sau ik een priesjow geefe op mij feesboekpagina en instagwam maar ommedat Oomie ooferleede is heppik besjote er een afterpartie fan te make. Dus morge is er op feesboek EN instagram een afterpartie met footoos fan mij en mamsie. We laat dan sien datte we ook pjuikies passe.

Koes

Dit was het foor dese keer.
Ikke sluit af met een dikke koes
Foor Oomie Bolle

Toedeledokie

Dorus

Van de vrouw van Katrientje voor iedereen

katrientje

Hoi iedereen,

Dit is het moeilijkste blogje wat ik ooit heb geschreven.  Ik hoef jullie niet te vertellen wat een rottijd we achter de rug hebben. Iedereen die zijn/haar lieverd verloor weet waar ik doorheen ben gegaan. Eerst paniek, Katrien weigerde totaal eten. Oke, weekendarts bellen. Krijg je te horen dat je kan komen, maar dat het wel 100 euro kost om binnen te komen. Ja? En? We komen!! Wat kan mij dat geld schelen.

Er werken daar echt lieve mensen. Prikje hiervoor, dingetje daarvoor.  Ik had toen nog de hoop dat het goed zou komen.

Volgende dag naar de Overtoom gebeld. Ze mocht meteen komen. Geprobeerd bloed te laten prikken. Och wat vocht ze. Niet gelukt. Volgende dag weer. Toen lukte het wel. Wat waren we blij. Dan begint het wachten.

Blijven dwangvoederen, ondanks dat ze goed dronk toch water ook gegeven. Ondertussen ging er een mailstorm vanuit hier naar Loes, Bert en later ook Bolle. Op mijn verzoek hielden ze het stil. Ik wilde niet dat het bekend werd dat ze ernstig ziek was. Ik reageerde niet tot nauwelijks op (privé)berichten. Mijn kop stond er niet naar. Hoe lief de berichten ook waren, ik kon het niet. Ik wou het ook niet. Er waren buiten Loes, Bert en Bolle nog drie die wisten dat het fout ging. Natuurlijk Truke de Boer, en Mila en Jip. Hun vertelde ik het twee dagen van te voren pas. Ook zij respecteerde mijn wens om het stil te houden. Waarvoor mijn dank. Ik vroeg best veel. Te veel.

Donderdagmiddag ging het echt achteruit.
Veel gehuild, nog veel meer geknuffeld met Katrien. Vrijdagochtend half negen belde ik de dierenkliniek op de overtoom. Ik mocht kwart over tien komen. Ik wou Trien niet meer pesten met dwangvoederen. Mijn man belde om half zeven zijn werkgever op. Hij kon niets meer zeggen. Piepte wat. Wat een superwerkgever heeft hij. Hij kreeg gewoon meteen vrij. Ondanks dat er op vrijdag een personeelstekort is.

De tijd tussen half negen en tien uur vloog voorbij. Katrien lag in de slaapkamer. We tilde haar kwart voor tien op, belde een taxi en gingen naar Joyce.
We kwamen bij Joyce aan, er kwam een vrolijk pupje uit de behandelkamer. Moest best wel glimlachen om dat vrolijke hummeltje. Raar hè? Jong leven er uit, en mijn kat eindigde daar haar prachtleventje.
Joyce kwam op ons afgelopen. Ik begon gelijk te huilen. Ze sloeg een arm om me heen. We liepen naar haar behandelkamer en ik zei gelijk geen geprik, geen gepor. Niets.
Ze kreeg gelijk een slaapprikje. We gingen met Katrien naar een ander gedeelte in de praktijk. Joyce was zo lief voor ons en Katrien.

Katrien sliep in no-time. Zo snel. Ik zat op de vloer, Johan op zijn hurken naast me. Joyce gaf ons koffie. Ik nam er maar één slok van, gaf de rest aan mijn man. Ik kreeg een berg zakdoekjes. Op mijn verzoek kreeg Katrien nog een slaapprikje.

Opeens voelde ze kouder aan. Joyce kwam er aan gerend met een stethoscoop. Ze zei dat ze nog heel zwak ademhaalde. Na 5 minuten klapte Joyce de tafel uit. Ik had een badhanddoek neergelegd en daar werd ze opgelegd. Toen ze het laatste prikje in haar pootje kreeg was het over. Het prikje zat nog voor drievierde vol. Het is wel leeggespoten in haar.
Wat waren we blij voor haar dat het afgelopen was. Maar mijn God, mijn meissie. Zeventien  jaar lief en leed gedeeld. Over.

We bleven nog, geloof ik, nog ruim een half uur bij haar lijfje. Toen vroeg ik om de haartjes die van haar pootje was afgeschoren in een zakje. Nog even met Joyce gesproken. Ze zei dat het zo mooi ging, zo zachtjes. We zaten ook nog over de eerste keer te praten, dat zij Trien en Toot als eerste daar hun prikjes gaf. En hoe Trien als een malle over de behandeltafel vloog met dat prikje in haar nekje.
We legte de handoek over haar lijfje, gaven haar de dikste kus die we maar konden geven.
Katrien werd dezelfde dag opgehaald door het dierencrematorium. Ze is met meerdere andere diertjes de volgende dag gecremeerd.

Katrien is aan dezelfde ziekte overleden die haar zus Catoo  had. Plus haar levertje gaf het op. We gingen naar huis lopen. Geen zin om met roodbetraande ogen in een bus en tram te moeten zitten. Onderweg wel ff een terrasje genomen. Eventjes bijkomen. Even het lege huis uitstellen.
Bij thuiskomst meteen Bert, Loes en Bolle gemaild.
Klinkt misschien heel gek, maar we waren heel rustig, heel kalm. De stress om te knokken was over.
De vermoeidheid kwam. We hadden alles op stil gezet. Na een paar uur toch even kijken. Toen zagen we opeens echt zo veel berichtjes. We schrokken er zelfs een beetje van.
Al die berichtjes bij Loes en Bert en op Trien haar pagina. Zo lief. Ook op instagram zulke lieve berichten.  Zo hartverwarmend.  Onze dank daarvoor.  We konden ze alleen niet allemaal meteen lezen. Te pijnlijk. Te veel verdrietig. Soms lazen we er een paar, stopten dan even.
Dat zo’n klein katje zoveel los kon maken.
Vergeten doe ik dat kleine grote meisje nooit. Ze zit in mijn hart, samen met haar zus Catootje en de andere lieverds Grietje, Poekie en mijn hondje Sweety.

De dag dat Katrien 17 werd begon mijn nachtmerrie.
Ik was bang dat ze de 18 niet zou halen.
Poekie werd 12.
Catoo werd 12.
Griet werd 17. Bijna 18.
Mijn hondje werd 15.

KatrientjeKatrien had een prachtleeftijd gehaald. Ik had alleen gehoopt dat ze nog iets ouder mocht worden. Nog meer mocht beleven met haar hartjesdinnie Loes.
De hoedjesshow (idee van Loes) was super. Mijn hemel, wat zaten we ons suf te lachen. Op mijn verzoek maakte we er een tante en nichtjegebeuren van. Mila en bebiepeuterkleuterpuubertantebaikertjik Kyana deden mee. We lagen blauw van het lachen. De voorpret die we hadden. Maar wat jullie niet weten… er is nog een SSSST of 2.
Die komen gewoon. Geloof me, het gaat zo geweldig worden.  Katrien blijft ook gewoon in het boek. Zij is de bedenkster er van.
Jullie moesten eens weten hoeveel mails er rondgingen. Honderden!!

Arme Mevrouw Bert. Wat een werk. Door de spoedcursus hoe schrijf ik blogjes wist ik een beetje hoe het moest. Toch werd het best moeilijk. Want wat moet je nou precies schrijven. Ondertussen begon ik dus ook blogjes te schrijven. Oh wat erg. Ik was nerveus. En om eerlijk te zijn… de eerste blogjes waren verschrikkelijk. Niet om aan te zien. Toen ik wat meer zelfvertrouwen kreeg stroomde de woorden uit me.
Soms had ik binnen een uur een heel blogje geschreven. Schreef ik zelfs blogjes vooruit.
De mooiste vond ik de blogjes die een “staartje” kregen. Bijvoorbeeld het blogje van de dingen die ze niet mocht. Hoe stom ze dat ook vond. Ik zat hier, in mijn uppie, zo te schateren van het lachen. Ook toen Bert de volgende dag hetzelfde opbiechtte wat hij vernield had.
En dan het muisjes in de whiskas blogje.  Ik wist echt niet dat BBB het over had genomen en er een pracht van een 1 aprilgrap van had gemaakt. Ik had, heel serieus, informatie ingewonnen bij de whiskas.  Het is toch ook raar dat deze smaak niet bestaat.

Dan haar ellendige ellende vakantieblog. Alsof we haar zwaar verwaarloosde. Elke ochtend zag ik een boos katje die om eten zat te vragen op het nachtkastje.
En dan de kerstbloggen. Wat een werk!! Soms vervloekte ik mezelf er om. Ik moest met de bus naar het asiel omdat mijn man moest werken. Alleen reed de bus giga om. Het duurde ruim een uur eer ik er was, terwijl je er op de brommer zo bent. Er moesten foto’s gemaakt worden. Tigtallen. Het asiel werkte zo heerlijk mee. Ik mocht overal komen. En dan Loesje. Al die foto’s bewerken. En mijn verhaallijn afmaken. Maanden waren we bezig. In september zaten Loes en Trien al in kerstsfeer. Maandenlang jullie pesten met ssssst.
De nacht voor het uitkomen had ik weinig tot niet geslapen. Zo zenuwachtig was ik. En dan het eindbedrag. Super!!
Oorspronkelijk zou het maar een driedaags blogje worden. Maar het liep een beetje uit. Beetje maar.

En dan eindig ik met Bert, Loes en Floris.
Bert… sorry dat Katrien jou een beetje opzij duwde. De liefde tussen Katrien en Loes was diep en sterk. Kwam niet aan één van hun, want dan kreeg je de ander op je dak. Bert stond er bij en keek er naar hoe de liefde tussen de dames groeide. Katrien had respect voor de relatie tussen Bert en Loes. En Loes had hetzelfde respect voor de relatie tussen Trien en Floris.
Om eerlijk te zijn… de dames hadden als eerste een trielasie en later zelfs een kwartetje. Maar natuurlijk was de liefde alleen met de eigen partner en Loes en Katrien samen.
Deze liefde zal voor altijd blijven. Inclusief de bijkomende vlindertjes in het buikje. Och wat was ze verliefd op haar monnamoer. Floris blijft mijn schonezoon en Loes mijn hartjeskat.
Hopelijk blijf ik hun soolvrouw.

Veel liefs
Anita

 

Katrien over: voorgoed weggaan

voorgoed weg gaan

Hallo iedereen.  Vandaag word het niet een leuk stukje. Eerder een drietig stukje. Het gaat oof afscheid neem.

Manpersoneel

Ik heb het in mijn leventje al twee keer moeten doen. De eerste keer afscheid nemen was van mijn mammie Levie. Ooooh, wat hadden Catoo en ikjes snachts gehuild. Manpersoneel bleef bij ons nadat hij ons hoorde huilen die eerste nacht.

Vrouw en ik

De tweede keer dat ikjes afscheid moest nemen was bijna vijf jaar geleden. Mijn ongelooflijk lieve zus werd heel ziek. Haar alvleesklier was te ziek om beter gemaakt te worden. Op 3 november 2014 is ze om half 11 in de ochtend zachtjes naar de Regenboogbrug gegaan.
Toen mijn personeel weer thuis kwam zag ik ze huilen. Ik vroeg waar is zussie? En toen pakte vrouw me op en begon verschrikkelijk hard te huil. Ooooooh nee…
Mijn zus!!!
Een paar dagen hebben we alle drie heel erg lopen huilen. Vrouw en ik lagen dicht bij elkaar. Ik lag te snikken in haar nek en vrouw troostte mij. Na een dag of vijf wist ik het.. Catoo kwam nooit meer terug. Een tijd lang was het stil. Geen gelach, geen snertkat… niets.
In die week kreeg vrouw een berichtje van het crematorium dat Catoo gecremeerd was. En we kregen een rouwkaartje van Floor. Nou… de tranen vloeide weer. En veel.

Eerste lachjes

Mamma Levie en ons broertje Tommie

Na de eerste week veranderde we. De eerste lachjes kwamen weer. Hele voorzichtige, maar wat was het geweldig weer. Ik had weer wat streekjes gedaan en moest daar zelf ook best om gniffelen.

En nu, vijf jaar later, is het eigenlijk weer helemaal als altijd. Alhoewel… ik ben ook wel veranderd. Ikjes ben verwend, ook omdat ik zo ziek ben geweest. Ik ben een kleine diva geworden die in bijna alles haar zin krijgt.

Sterke eenheid

We zijn er sterker uit gekomen. Wij drie-en zijn nu een sterke éénheid geworden waar niemand tussen kan komen. Mijn personeel komt bij mij op de eerste plek, en ik sta op plek één bij hun.
En eigenlijk is Catoo niet helemaal weg. Ze zit voor vijftig procent in mij. We hadden namelijk dezelfde mamma.
En dit klinkt misschien raar… maar heel soms zien we Catoo nog hier. Maar, en dat is ook raar, ik zie ook twee andere katten en een woef hier. Echt waar!!
Daar ga ik het in een ander blogje over hebben. Dan leren jullie ze ook kennen. De katten heette Grietje en Poekie. Het hondje heette Sweety.

Dit betekend niet dat ik het nooit meer over mijn zus Catoo ga hebben hoor. Want Catoo hoort bij mij, ze zit in mij. Ze is mij.
Ze zal voor altijd bij ons  zijn en blijven. Plus dat ik de meeste dingen met haar beleefd heb.
Veel liefs en een kusje
Katrien (allesoverwinnend prinsesje van beroep)

Katrien over: mijn lieve wolkenzus Catoo

Catoo
Mijn lieve wolkenzus Catoo

Vandaag gaat het niet over mij. Nou ja… niet zoveel dan. Ik ga het ook over Catoo hebben. Mijn innig geliefde wolkenzus.

Eerste klasse

Catoo was, zoals vrouw steeds zegt, een knuffelkatje eerste klasse. Eigenlijk zei ze dat ook anders. Maar dat zeggen we hier niet.
Het begon met toen we hier kwamen wonen. Na een paar weken durfde ikjes op schoot van vrouw van vrouw te gaan liggen. Maar dan moest er wel iets liggen zodat ik niet de kale poten van vrouw hoefde te voelen. Want dat was eng. Ze trok haar tiesjurt tot over haar knieen.

Durven

Catoo durfde naast vrouw te gaan liggen. Eerst deed ik dat ook, maar ik lag meer bij manpersoneel. Ik was zijn mannenmeisje. Maar afwisseling van spijs doet eten, dus ik ging ‘vreemd’ met vrouw. Ik ging dus op haar schoot liggen. En dan moest dat wel op mijn manier. Meestal ging ik op schoot liggen als vrouw haar pjamaatiesjurt aan had. Dan ging ze kleermakerszit doen. En toen durfde ik.

Catoo lag naast haar op een gedragen tiesjurt. Als ikjes op haar schoot lag dan trok vrouw de pjamaa strak aan. Dat was lollig. Dus ik zette mijn nagels er in, en dan wel van alle vier mijn pootjes. En dan trekken. KRRRRRRRT oepsie… een scheur. Nou… niet mijn schuld hoor.

Floep

Één keer liet ik iets floepen. Ooooh wat ging vrouw tekeer. Ze zei hele stoute woorden en zei dat ik verschrikkelijk stonk. Zo erg was mijn zachte windje niet hoor.

Zacht aaien

Een tijdje later ontdekte Catoo dat schootliggen ook voor haar fijn was. Voorzichtig stapte ze ook op vrouw haar schoot. Vrouw begon haar zachtjes te aaien. Eerst schrok Catoo. Maar ze besloot om dapper te zijn en zette door. Vrouw durfde zich niet meer te bewegen, omdat ze wist hoe bang Catoo was. In het begin lag zus maar heel kort op schoot. Tot ze een keer in slaap viel door het zachte aaien van vrouw. Vrouw werd door man bediend want ze wou niet bewegen. Man werd dus het slaafje van vrouw. Hij vond dat niet erg hoor, want Catoo kon zo lekker slapen. Zo bang was ze dat Catoo weer weg zou vluchten. Na een tijdje kon ze het wel hoor, want Catoo begon te snappen dat vrouw niet gevaarlijk was.

Vanaf die tijd sliep zus iedere avond bij vrouw.

Verhuizen

En Catoo deed nog veel meer. Ze vond het aaien zo fijn dat ze begon te kwijlen. Vooral als ze bij haar keeltje naar haar bekkie en dan naar haar oor werd geknuffeld. Ooooh dan kwam er een klodder zo uit haar mondje rollen. Hele pegels.
Vrouw veegde het maar weg. Ik verhuisde vrijwillig van haar schoot naar de tiesjirt of naar man.
Toen Catoo helemaal gewend was begon ze vrouw haar hand schoon te likken. Oooooh een werk dat ze daar aan had iedere dag.

Eenheid

Tegenwoordig lig ik naast vrouw. Op mijn eerlijk ingepikte zachte wolletjedeken. Zij zit naast mij,maar dan met een lege schoot. Ze zegt dat ze het niet erg vind, maar soms zie ik haar verdriet in haar ogen. Vooral omdat de sterfdatum van Catoo er aan komt.
Maar we zijn er sterker uitgekomen. We zijn een eenheid geworden met z’n drieen waarin ruimte genoeg is voor verdriet, maar ook vooral voor liefde en respect voor elkaar. Want liefde vloeit hier in overvloed. Alleen raar dat ze mijn liefde voor rosjebief en magnogwat vis niet nog meer geven dan ik al krijg.

Dit was het voor deze week.

Veel liefde en kusjes

Katrien (wolletjedekendieffege van beroep)