Tag Archives: Grotebeer

Kater Bolle over als je flehmt

flehmt

Katten kunnen heel goed ruiken, dat weet iedereen wel denk ik.  Als kat zijn je oren en je neus belangrijker dan je ogen.

Wij ruiken veel beter dan mensen, wel ongeveer vier keer zo goed. Maar net weer iets minder goed dan een hond. Dat hebben mensen onderzocht. Ik denk trouwens dat dat van die honden niet klopt. Ik merk meteen dat de hond naast mij in de tuin is, ook als ik hem niet zie. Hij weet niet dat ik er ben als hij mij niet ziet. Wie ruikt er dan beter, vraag ik me af!

Snufsnufsnuffen

flehmtWanneer ik in mijn tuin kom ruik ik meteen of er andere katten zijn geweest. Ik ruik welke katten er zijn geweest en zelfs wanneer en hoe lang ze zijn geweest. Ik weet ook hoe ze zich foelden toen ze in mijn tuin waren, door wat ik ruik. Natuurlijk ruik ik ook of er muisjes of andere dieren hebben gelopen.
Soms loop ik met mijn neus door het gras te snufsnufsnuffen. Ik lijk wel een hond, vindt mijn vrouw. Ik maak lange strepen door het gras met mijn neus op de grond. Net zolang tot ik weet wie daar heeft gelopen. Als ik vind dat het iemand is die daar niet hoorde te zijn ga ik snel op mijn buitenweecee plassen. Dat het mijn tuin is, betekent dat.
Ik ga bijna nooit meer op mijn binnenweecee nu het buiten niet meer koud is. Alleen kijk ik af en toe even of er niet misschien iemand anders op is gegaan, je weet nooit. Gelukkig is dat nooit zo, maar voor de zekerheid doe ik even een plas en krab ik ekstragoed in de korrels. Dat iedereen weet dat het mijn weecee is.

Nieuwe geur

In huis ken ik alle geuren. Ik weet hoe het hoort te ruiken en ik weet ook meteen wanneer er iets nieuws is. Toen ik net bij mijn mensen woonde was ik heel erg bang als er iets nieuws in huis was, met een nieuwe geur. Dan rende ik meteen naar buiten. Nu niet meer, nu ga ik er aan snuffelen. Als ik weet hoe het ruikt ben ik er niet meer bang voor.

Vertrouwen

Ik ben wel makkelijk van vertrouwen met geuren, zeggen mijn mensen. Als ze me iets voorhouden strek ik mijn nek en ruik er aan. Als mijn mensen dat bij Pop deden trok hij al meteen een fies gezichtje, zonder er aan te ruiken. Mij Mol dijnsde achteruit, ze noem je flehmtdat. Alleen GroteBeer rook overal aan. Net als ik dus. Ik vind het ook niet erg als mijn mensen par-fum ophebben. Dat doen mensen op zichzelf dat ze lekker ruiken, gek hè? GroteBeer ging altijd kopjes geven aan mijn vrouw op de plek waar ze par-fum op had, hij vond het heerlijk. Hij deed haar dan vaak zacht bijten in haar pols, zo lekker vond hij het. Mijn vrouw zei altijd dat Beer een goede smaak had.
Ik ruik aan alles wat me wordt voorgehouden, maar ik geef niet echt een mening. Alleen als ik het superlekker vind wil ik het opeten of eraan likken. Ik heb een keer aan eis gelikt, van mijn vrouw. Het eis was koud en smaakte heel biesonder. Jammer dat mijn vrouw het zag en het weghaalde. Sjips vind ik ook heerlijk om aan te likken, ze ruiken zo lekker naar fet en zout. Oleiven vind ik spannend om te ruiken, en soms denk ik zal ik er eentje opeten maar dat doe ik toch maar niet.
Datzelfde heb ik met me-loen.

Flehmen

flehmtBehalve dat katten veel beter kunnen ruiken dan mensen kunnen we nog iets dat mensen niet kunnen. Op de footoo kan je zien dat ik dat doe. Ik weet zelf natuurlijk heus wel wat ik doe, maar niet hoe mensen dat uitleggen, dus mijn vrouw vertelt dat nu eventjes:
“Flehmen doet een kat met het orgaan van Jacobson”, zegt ze. “Dat zit in het verhemelte van een kat. Daarom houdt een kat dan zijn bek een beetje open, en zijn neus steekt de lucht in.”
Als ik flehm doe ik een geur proeven, zo is het eigenlijk. Dan weet ik nóg beter wat ik presies ruik.
Mijn mensen moeten er altijd om lachen, omdat het er een beetje dommig uitziet. Zeggen ze.
Als kat weet je wel beter.

Fanielje

Mijn mensen ruiken trouwens ook aan mij. Vooral mijn vrouw. Ze zegt dat mijn buik naar fanielje ruikt, en mijn hoofd naar warme lucht. En mijn voeten ruiken naar mezelf, een beetje droogzoetig. Soms ruikt mijn vrouw dat mijn man me heeft geaaid, omdat de geur van zijn zeep dan aan mijn haren zit. En andersom ook.
Wij hebben een eigen geur, mijn mensen en ik. Die is gemaakt van hoe wij alledrie ruiken, en ons huis en mijn tuin. En dat dan allemaal door elkaar. Dat is voor mij de allerlekkerste geur die er is. Een geur van veiligheid en famielie. Het is de geur van geluk.

flehmtLieve Sparkle

Afgelopen donderdag is Sparkle een ster geworden.
Sparkle antwoordde altijd op de blog. Ze was een mooie, dappere poes. Ze moest altijd veel meediesijnen nemen en deed dat supergoed. Maar nu kon haar lijfje niet meer beter worden.
Sparkle is weer met haar broer Fynn, ze staan vast naast elkaar te twinkelen.
Maar hier op aarde wordt ze gemist. Het meeste natuurlijk door haar vrouw en haar zus Muzette.
Daarom stuur ik ze heel erg veel lieve zachte kopjes om ze een klein beetje te troosten.

Ik zal Sparkle nooit vergeten.
Tot ziens, lieve Sparkle!

Kater Bolle over als je heupen ouder worden

heupen

De laatste tijd gebeurt er soms iets vreemds als ik loop. Mijn voorpoten lopen rechtdoor, maar mijn heupen zakken een beetje naar de zijkant. Samen met mijn achterpoten. Het is maar eventjes hoor, ik val niet om.

Als mijn mensen het zien houden ze mijn heupen even recht, dat ik weer goed sta. Als ik alleen ben doe ik zelf alles weer goed neerzetten.
Ik heb de laatste tijd ook wel eens dat het niet helemaal goed lukt als ik wil gaan liggen. Mijn rug foelt niet fijn en ik kan ineens niet verder. Dan probeer ik het de andere kant op en dat gaat wel goed.
En als we met de veer spelen doe ik nu iets voorzichtiger met surfen over mijn tasjes.

De jongste

Mijn mensen zeggen dat dat komt omdat ik niet meer de jongste ben. Terwijl ik wél de jongste ben! Bij ons thuis in ieder geval. Ik ben ongeveer 15, en mijn mensen zijn echt veel en veel ouder dan 15. Maar mijn vrouw legde me uit dat het iets is dat mensen zeggen. Het betekent dat ik een beetje oud ben. Of seeniejor, zo kan je het ook zeggen.

Gewrigten

heupenIk vind het mooi om ouder te worden. Als je ouder bent heb je veel erfaring, je weet een heleboel, je hoeft niet meer de hele tijd te rennen en te spelen en je kan lekker veel slapen. Superfijn vind ik dat. Maar sommige dingen zijn misschien niet zo leuk. Dat je een beetje minder soepel bent in je lijf en in je gewrigten beivoorbeeld. Dat hoort er bij, het is sleitaasje. Mensen noemen dat ar-tro-se.
Het is daarom ook belangrijk dat mijn buik niet te groot is. Want die buik moet ik natuurlijk dragen, en dat maakt dat mijn kniejen sneller sleiten als ik te dik ben.
Mijn mensen en ik doen ons best dat ik slank word, maar het lukt nog niet helemaal.

Mijn hendikep

En ik heb ook nog mijn hendikep. Omdat ik als beebie niet goed te eten heb gekregen ben ik een beetje raar gegroeid. Dat komt omdat ik niet genoeg fietamiene Dee heb gehad.
Bij mensen had je dat vroeger ook, het heette Engelse ziekte of rachitis. Ik heb gevraagd of mijn vrouw dat even wilde schrijven, want het zijn moeilijke woorden.
Ikzelf gebruik die woorden niet, want waarom zou ik? Ik hoef niet aan andere katten uit te leggen wat ik heb. Als kat maakt dat je helemaal niet uit.
Mijn benen zijn altijd anders geweest dan bij andere katten. Ik ren anders, mijn benen gaan naar de zijkant in plaats van naar voren en naar achteren. En ik kan met mijn achterpoten bovenop mijn hoofd krabben, dat is best handig.
Ik ben zoals ik ben, ik weet niet anders en ik foel me er prima bij.

GroteBeer

heupenGroteBeer, die hier voor mij woonde, kreeg spesjaal voer voor zijn gewrigten. Dat hielp een hele tijd goed, en toen het niet meer hielp kreeg hij elke dag iets tegen de pijn. Zover is het bij mij nog niet. Maar mijn mensen zeggen dat ze volgende week de dierendokter gaan bellen. Ik hoef zelf niet aan de telefoon gelukkig, want ik zou niet presies weten wat ik moet zeggen. En ik wil er liever ook niet heen want ik ben net geweest. Straks kom ik dan zonder tanden thuis, net als Loes!
Maar mijn mensen zeggen dat ze willen vragen of er iets is dat ik in mijn eten kan krijgen. Iets dat een beetje helpt dat ik weer goed kan bewegen.

Ar-tro-se

Mevrouw Jip schreef in een antwoord op de blog al over traumeel. Dat is ook goed voor als je ar-tro-se hebt. Sinds een week krijg ik dat in mijn eten. Het zijn pilletjes die mijn vrouw helemaal fijn maakt en door een beetje goermetmoes met vissmaak doet. Dat eet ik heel goed, met pil en al.
Ik merk nog niet echt iets dat ik weer helemaal jong ben. Maar dat is misschien ook te snel.

Seeniejor

heupenIk vind het niet erg dat ik niet meer zo snel en zo soepel ben. Zo gaat dat in het leven, dat weet ik best. Eerst ben je een beebie en dan een grote kater of poes en als laatste een seeniejor. Andersom kan nou eenmaal niet.
Je kunt beter oud kunt worden dan dat je het niet wordt, vind ik. Zoals Billy, mijn vriend uit de tuin. En Vlo en Fynn en beebiePop. Of onze Popje. Die hebben geeneens oud kunnen worden, ook al hadden ze dat vast wel gewild. Maar hun lijf was kapot.
Dat is superverdrietig, als je voor altijd jong blijft. Als ster.
Wat maakt het dan uit als ik een beetje onhandige benen heb?

Dus ik loop gewoon door, ook al gaan mijn heupen soms de andere kant op. Ik heb geen haast, dus dat geeft niks.
Ook al duurt het wat langer, ik kom altijd waar ik wil zijn.
Bij mijn mensen.

kater Bolle over beestjes

beestjes

Deze keer ga ik over iets vertellen dat eigenlijk een beetje fies is. Maar het hoort er toch bij, zeker als je een kater bent die buiten komt. En dat ben ik dus. Nou ben je vast wel een beetje benieuwd naar wat ik bedoel, toch?

Half kaal

Sinds een week of twee zijn mijn oren aan de buitenkant half kaal. Ik zat er steeds aan te krabben, want het jeukte. Mijn vrouw zag als eerste dat ik rare oren kreeg. Omdat ik een paar dagen later toch al naar de dokter moest hebben mijn mensen er zelf een paar dagen zalluf op gedaan. Die had ik van de dierendokter gekregen toen ik aan mijn buik likte. Het is een zalluf tegen kriebels en jeuk. De zalluf werkte best al goed, want ik stopte met krabben.
Bij de dierendokter heb ik nieuwe zalluf gekregen, met iets tegen sgimmel en tegen infeksies.
De dierendokter zag niks aan mijn oren, behalve dan dat ze kaal werden. Maar ze kon geen sgimmel vinden en ook geen beestjes.
Want dat is dus het fiese waar ik over ga schrijven: beestjes op je lijf. Jakkie bah, denk je nu misschien. Dat vind ik ook, maar toch is het voor dieren in de natuur heel normaal. Alle vogels en wilde dieren en vissen hebben andere beestjes op hun lijf. Daarom gaan vogels in water in bad, zodat ze de beestjes er af spoelen. Apen doen elkaar vlooien, zo heet dat. En veel dieren schuren met hun lijf langs bomen of stenen. Omdat die beestjes kriebelen.

Vlooi

beestjesAls kat kan je ook beestjes hebben. Toen ik bij mijn mensen kwam wonen zat ik helemaal vol met vlooitjes. Dat is een beestje dat bijna alle katten hebben die buiten wonen. En ze gaan hops van de ene kat naar de andere, en zo hebben in een hele korte tijd alle katten uit een groep vlooien.
En met vlooien bedoel ik natuurlijk niet kater Vlo, die nu een prachtige ster is. Kater Vlo was een superlieve katerman. Vlooien zijn hele kleine beestjes die in je haren zitten en je bijten. Ze drinken je bloed, dat is eerlijk waar eng. Het zijn dus eigenlijk kleine fampiers!
Net als teken. De GroteBeer heeft een keer een teek gehad. Die bijt in je huid en zuigt dan je bloed en wordt helemaal groot. Beer had hem in zijn nek, mijn man zag het gelukkig. Het viel nog niet mee om de teek weg te halen, want Beer vond het niet nodig en het deed een beetje pijn. Maar het is toch gelukt.

Piepet

Ik krijg elke maand een piepet. Zo heet dat. Het is een klein flesje van plestik waar iets tegem vlooien inzit. Mijn man gaat het altijd kopen, en dan doet mijn vrouw tussen mijn haren in mijn nek op mijn huid. Ik wil dat nooit, want het stinkt echt heel erg. Maar mijn vrouw doet het toch. Ik krijg Stronghold, dat is het merk. Dat is ook tegen luizen en wormen en nog meer enge beestjes. En ook tegen oormijt. Dat zijn kleine beestjes in je oor. Moet je je voorstellen, die lopen dan in je oren rond en dat kriebelt natuurlijk heel erg. Die had ik dus gelukkig niet, zei de dokter.

Pil

O ja, en dan kan je ook nog wormpjes hebben. Die zitten in je buik, en ze komen er uit als je naar de weecee gaat. Maar er blijven er ook een boel in je buik zitten. O bah, dat wil ik eerlijk waar niet. En mijn mensen ook niet, zeggen ze. Daarom krijg ik daar een pil tegen. Die wil ik ook niet, maar ik denk wel dat ik nog liever zo’n pil wil dan die wormpjes.

In de natuur

beestjesNou denk je misschien wat een fiese beesten zijn katten. Maar wij kunnen er zelf niks aan doen, dat die beestjes op ons gaan zitten. Die beestjes zitten gewoon in de natuur, in struiken en in planten. En in andere dieren. Als ik door mijn tuin loop kan ik ze krijgen. Terwijl ik elke dag en ook nacht mijn patroeje doe om te kijken of alles in orde is. Maar die beestjes zijn zó klein, die zie ik niet. Anders zou ik vast en zeker tegen ze zeggen dat ze ergens anders naar toe moeten gaan.
En veel van die beestjes kunnen mensen ook krijgen, eerlijk waar. Dus als wij fies zijn, dan zijn mensen dat ook!
Maar mensen hoeven niet bang te zijn voor beestjes van katten. Want als je als buitenkat steeds op tijd een piepet krijgt, en een pilletje, is er niks aan de hand. En als je als kat niet buiten komt krijg je misschien geeneens die beestjes, dat weet ik eigenlijk niet presies.

Zelf heb ik deze week een piepet in mijn nek gekregen, een pil tegen wormen en zalluf op mijn oren. Voorlopig ben en blijf ik dus het enige beest in huis. Gelukkig maar.