Tag Archives: kat moet naar de dokter

Hoe het was toen de dokter hier kwam

dierenarts

“Straks komt de dokter voor je,” zei mijn vrouw ’s morgens. “Het is voor de controle.” Het klonk gewoon. Maar ik voelde me toch raar.

In huis

Andere mensen in huis dat heb ik liever niet. Ze horen er niet, vind ik. Dus dan hoeven ze er ook niet te zijn en als ze er toch zijn, dan moeten ze snel weg. Zeker helemaal als het om monteurs gaat.

Ik heb best ervaring met bezoek en heel soms kan het toch. Maar niet vaak. In huis daar horen alleen mijn vrouw en ik te zijn.

Zo zie ik dat.

Vrouw

Dus een dokter voor mij, dat vond ik niks. De vorige keer deed ze me in een dekentje en ze keer naar mijn tanden. Ze had sneks meegenomen maar ik moest toch heel erg verschrikkelijk bijkomen ook al omdat het zo snel ging. Als kater kun je soms weinig beginnen tegen een vrouw.

Dokter

Dit was een andere vrouw, ik bedoel een andere dokter.  Ze friemelde minder fijn aan me.  Opeens gaf ze een prik. Ik ging onder tafel zitten dan mag niemand aan me komen. Toen ging ze over mij praten met mijn vrouw.

En toen ik even op mezelf lag toen wilde ze naar mijn tanden kijken, precies waar ik die operazie heb gehad. Ze zei dat het tandvlees rood was en bijna paars en dat ik er last van had en dat er iets moest gebeuren. Ik vond van niet. Zij van wel.

Meteen toen ze weg was gingen mijn vrouw en ik bankhangen daar ontspande ik weer van.

Avond

En nou moet ik vast weer een operazie. Er zit een kies die raar is. En het gaat niet vanzelf over.  Ik weet ook wel dat ik me vroeger beter voelde en dat eten toen gemakkelijker was.  Mijn vrouw zegt dat het best in orde gaat komen en dan aait ze me zachtjes en zegt dat ze voor me zorgt en dat ze van me houdt, en dan geloof ik het ook.

Loesje vertelt: toen ik naar de dokter moest…

dokter

Me vrouw kwam thuis en ze zei dat ze iets voor me had. Oooh ik begon te spinnen en me staartje trilde van geluk. Zou het me tonijn zijn of misschien een nieuwe snek.

De tijd

Me buik begon al te rammelen, ik deed zelfs miaauwen van verlangen. Me vrouw gaf me lieve knuffels en ze zei, Loes het is weer de tijd. Ik dacht de tijd, ik heb de tijd toch aan mij eigen. Ze gaf me een kaart en mijn naam stond erop: Loesje. Maar er stond een andere Loes op de footo! Me eigen vacht is wit met zwart en deze Loes was een tijgerpoes, dus hoe kan het dan over mij gaan? Kijkt u zelf maar op de footo. En hoe zat het dan met me tonijn? Ik was ineens van me slag.

Dokter

We gingen samen zitten in de bank, ik kreeg knuffels. Lange, zachte aaien en ik kreeg ook een snek. Dat was voor de schrik zei me vrouw. Ik trilde nog steeds maar niet meer van geluk. Me kop zat ineens vol met moeilijke gevoelens, in me buik voelde ik onrust. De kaart kwam van de dierendokter. Oooh ik moest weer langskomen, ze wilde me tand zien en me kiesjes, me hartje luisteren. En ik zou ook een prik krijgen want dan word ik niet ziek. Ik ben al wat ouder dus me vrouw vindt dat wel belangrijk. Van me eigen vind ik er niks aan maar ik voelde ook aan me water dat ik daar niks over te zeggen heb. Ik ben best sensietief, ik kan heel veel voelen. Gelukkig kreeg ik wel me tonijn.

Topform

En toen kwam het moment  dat we moesten komen. Ik had geen zin maar me vrouw zei, Loes als je straks je kurzus gaat geven moet je wel in goede kondiezie zijn. Ik dacht, oooh ben ik wel in topform? Ik zeg u eerlijk, ik heb er niks mee. Niet met dokters en ook niet met witte jassen. Maar ik moest in het mandje en ik kreeg niet eens de kans om tegen te spartelen. Me vrouw was slimmer deze keer. Ik deed me ogen sluiten en deed me meedietaasie voor als ik het niet meer weet. Dat vind ik dan fijn om te doen. Soms kan ik beter niet weten wat me boven de kop hangt. In de wachtkamer deed ik ook me ogen sluiten. Ik voelde onrust in me hartje en ik wilde naar de bak. En toen hoorde ik ineens me eigen naam: Loesje! Oooh de dokter….

Visboer

Me vrouw droeg me naar binnen, dat is zo als je in een mandje zit. Ik werd op een grote tafel neergezet en ik zag een vreemde dokter in een blauwe jas. Ik snapte het niet want de dokter heeft toch altijd een witte jas? Ik dacht misschien is het niet de dokter, misschien is het de visboer voor me tonijn? Ik rook andere geuren maar ook de geur van me vrouw. Zij hielp me uit me mandje en hield me vast. Ooh het was wel de dokter! Ik wilde niet dat de dokter in me bek keek, maar het gebeurde toch. En ze keek in me oor en ze deed me hartje luisteren of er nog ruis was. Ik moest ook op de weegschaal en ze zei dat ik was aangekomen, maar hoe kan dat nou? Ik had al uren niet meer gegeten en ik had ook honger. Ik voelde belediging.

Toen kreeg ik ook nog een prik, gewoon toen ik even niet oplette.

Ik voelde me eigen niet fijn maar de dokter zei dat ik best wel gezond ben. Oooh ik kreeg ineens heel veel zin in me tonijn en in rennen. Gelukkig maar dat ik weer  in me mandje zat want ik heb nooit zin in rennen. En nu ik gewoon in topform ben hoef ik ook niet te rennen met me eigen. Dat hoef ik sowieso niet want ik ben een Maatje Meer. En ik heb de dokter laten weten dat ik trots ben op me volle rondingen. Ik ben voor me eigen opgekomen.

Kondiezie

Later heb ik nog met me vrouw gesproken, over me kondiezie en dat ik nu dus klaar ben voor me kurzus. Me vrouw zei dat ik ook topform in me kop moet hebben want een kurzus geven is best moeilijk. Maar ik moet wel me kennis kunnen verspreiden, het zit toch in me kop. Dat ik iedereen kan helpen ze rustpunt te vinden. Dat is belangrijk voor dier en mens. Iedereen heb ze eigen roeping. Als poes heb ik die ook en soms roept me tonijn, dan kom ik snel aanrennen. Ik moet wel goed eten om in me topform te blijven.

Ik heb geleerd, ik ben een poes met een missie, maar ik blijf wel bescheiden. Dat u niet denkt dat ik me eigen over me paard ga tillen.

Liefs Loesje