Tag Archives: wanneer is een kat gelukkig

Loesje vertelt over gelukkig zijn…

gelukkig

Vandaag wil ik met u praate ofer gelukkig zijn. In mij wiekent lag ik op mij hooge denkpaal. Ik foelde diepe gefoelens in mij eigen loskoome. Mij vrouw was thuis en zij zeg Loes ik ga drie weeke jou tonijn nie ferdiene.

Saame zijn

Ik zeg u eerlijk, van mij schrik viel ik bijna van mij denkpaal. Mij vrouw kon mij nog net opfange en zij heb het oferleef. Ik kreeg knuffels voor mij rust. Zij zeg Loesje wij heb fakanzie en jij krijg liefde en jou tonijn. En wij zijn nu drie weeke saame.
Mij hart foelde ineens zofeel blij zijn. Mij oog keek in mij vrouw ze oog. Dattie echt kontak maak seg maar, jij voel jou vrouw zie jou echt. Mij hart stroomde vol met mij liefde en geluk. Saame zijn is mij geluk.

Jou vriende

Van me eigen heb ik mij verkering en mij Bert is mij alles. Assie mij aankijk begin mij hart te straale. Dattie voel jij ben spesiejaal. Mij Bert raak mij intense gefoel. Maar jij kan ook jou geluk foele assie jou vriende op jou Feesboek zie.
Mij beebie Dorus voel ze geluk assie op ze balkon kan poinke, hij ondek ze weereld. Ze vriendje Jiekietta heb ze eerste sjoow gewonne en hij heb krulle van ze eigen.
Mij vriend Jip heb pas ze nieuwe huisje. Hij kijk iedere dag naar foogels en koonijne en hij heb soms ze dikke leeuwstaart van ze emozie. Mij vriend Bolle heb ze eigen mooie tuin en hij doe aan patroeijeere. En mij vriend Vlo heb ze geluk gevonde bij ze tweede vrouw. Juultje mocht somaar bij mij Bendevriendjes van vijf koome woone. En toenie ziek werd heb mevrouw van Zes alles foor Juultje gedaan dattie beeter wor.
Dan voelie nie alleen geluk, jij héb het ook want jij ben veilig en iemand zorg voor jou. Jij hoef geen rooleks, jij hoef geen merseedes. Geluk zit in jou hart.

Jou geluk

Ken u dat, dattie blij wor van jou kleine dinge? Van mij leeftijd ben ik nu 12 jaar, dan hebbie al wel erfaring met jou gefoelens. Jij weet waar jij blij van wor en waar jou geluk lig. Mij vrouw heb mij gefonde en zij geef mij liefde en mij tonijn. En ik krijg ook mij garnaaale en makkareel en soms hebbie fanieljefla en dan kan ik mij eigen nie beheerse.
Maar jij voel jij ben veilig, jou vrouw laat jou in jou waarde. Zij heb rezpekt voor wie jij ben. Assie daar goed ofer nadenk dan weet jij, daar zit jou geluk.

Geluk foele

Morgen is spesiejaal. Morgen is dieredag voor alle diere van mij weereld. Mij hart weet, nie iedereen heb zofeel geluk in ze leeve. Soms moet jij op jou straat leeve, mij Bert heb het ook gedaan. Hij heb erfaring met moeilukke gefoelens. Assie moeilukke gefoelens heb ben jij nie gelukkig. Soms leef jij in jou asiel. Jij wor goed ferzorg maar jij wil ook jou aandacht, jij wil ook liefde.
Morgen ga mij hart wense dat alle diere geluk foele. Dattie knuffels krijg en garnaale en een oog die jou zie. Want gelukkig zijn is belangrijk. Dattie het foel in jou hart. Dan wor iets wat klein begin ineens heel groot. Hoop dat u allemaal een klein beetje geluk geef aan iemand. En spesiejaal aan diere die het noodig hebbe van ze eigen. En u mag het ook iedere dag doen.

Mij belangrijkste tips foor gelukkig zijn:

  • Dattie geniet van jou kleine dinge in jou leeve
  • Saame zijn
  • Dattie veel knuffel
  • Jij voel jou eigen veilig
  • Dattie een goede visboer heb

Dank u wel,

Loesje

 

kater Bolle over: als je gelukkig bent

gelukkigSoms kun je denken dat iets nooit meer goed gaat komen. Dat je altijd bang zult zijn, en het altijd koud zult hebben. Dat je je  hele leven buiten moet wonen, en voor je eten moet vechten. Dat je je hele leven alleen gaat blijven.
Zo voelde ik me vroeger.

En mensen kunnen denken dat ze altijd verdrietig blijven, omdat ze drie katten missen die een ster zijn geworden. En dat ze nooit meer zoveel van een kat gaan houden. En dat ze dus ook alleen zijn, zonder kat. Dat hadden mijn mensen. En dan kom je elkaar tegen.
Gelukkig maar.

In mijn tuin

Een paar dagen geleden was het lekker warm buiten, met een zonnetje. ’s Ochtends ging mijn vrouw buiten, in mijn tuin, thee  drinken en de krant lezen.
Dat vond ik biesonder. Meestal doet ze dat binnen, aan het buro. Ik lig naast haar, en lees samen met haar de krant. Ik weet  inmiddels al alles af van de breksit (zo heet dat toch?).
Ik ruik elke ochtend aan haar thee, en ik vind het elke ochtend niet lekker. Mijn vrouw zegt altijd “Nog hetzelfde als gisteren?”  Ja inderdaad. Maar het kan natuurlijk dat het op een ochtend iets is wat ik wel lekker vind. En dan kan ik er snel wat van oplikken, voordat ze het weghaalt.

In mijn tent

In mijn tuin heb ik bij mijn vrouw gelegen, naast haar voeten. Ik kon niet de krant lezen, maar dat gaf niet. Dat doe ik morgen  dan wel weer. Mijn vrouw heeft me lang op mijn buik geaaid, heerlijk was dat. Na een tijdje werd het me een beetje te warm, dus  toen ben ik in mijn tent gaan liggen.
Ik heb nu in mijn tuin vijf manden, een tent, en twee kartonnen dozen. Eigenlijk best veel, voor mij alleen. Mijn man vindt die  manden op straat, en neemt ze voor me mee. Ze zijn soms een beetje kapot, maar dat geeft niks.

In het gras

’s Middags heeft mijn vrouw van alles gedaan in mijn tuin. Ze werkte aan de planten en de bloemen, dat alles er mooi uitziet. Ik ben er blij mee dat ze dat doet, want ik heb er zelf geen tijd voor. Ik heb er bij gezeten, om te kijken of ze alles wel goed  deed. Af en toe hield ze iets voor mijn neus zodat ik er aan kon ruiken, en dan deed ik dat. Allemaal vreemde luchtjes waren het, van dingen die normaal onder de grond zitten. Spannend hoor, maar niet eng!
Nog wat later kwam mijn man ook buiten in mijn tuin zitten. Hij heeft me gekamd, en ik heb in de tijd dat hij me kamde zijn hand  gewassen. Voor wat hoort wat, tenslotte.
Ik heb op mijn rug in het gras gelegen, met mijn benen wijd. Dat is zo fijn, om het zonnetje te voelen op mijn buik. En ik ben veilig, want mijn mensen zitten naast me.

Op het grote bed

De buurhond deed blaffen, maar dat maakte me niet uit. Want als mijn mensen er zijn, ben ik niet bang. Toen het zonnetje weg was, zijn we naar binnen gegaan en heb ik superlekker gegeten. Daarna heeft mijn vrouw me op het grote bed getild, en hebben we geknuffeld. Mijn man kwam er ook nog bij, en dus hebben we ook nog met zijn drietjes geknuffeld.
Ik heb de hele avond geslapen, want ik was moe. Van het zonnetje, van het knuffelen en van het genieten.
Ik vond het een geweldige dag, zeker weten.
Van mij mag elke dag wel zo zijn.

Op het pad

Ik dacht dat ik nooit meer zou kunnen wennen aan wonen bij mensen. Nu vind ik het juist fijn. En mijn mensen dachten dat ze nooit meer zoveel van een kat zouden kunnen houden als van Pop, Beer en mijn Molletje. Maar nu houden ze heel veel van mij. Anders dan van Pop, Beer en Mol, maar ook superveel.

Mijn mensen zeggen vaak dat ze blij zijn dat ik op hun pad ben verschenen. Zo noemen mensen dat, denk ik, als je elkaar tegen komt. En ik ben blij dat ik op het pad ben verschenen van mijn mensen, en van mijn Molletje. Zo lopen we nu hetzelfde pad, met zijn drietjes.
Dat is veilig, dan hoeven we nooit meer bang te zijn.