Tag Archives: kat helpt in huis

Mijn werk als controleur vensterbank (filmpje)

Gisteren op Feesboek vertelde ik over mijn werk. Ik ben dus controleur vensterbank. Dus ik zit daar en ik hou de straat in de gaten. Mijn vrouw is dankbaar. Ze voelt zich veiliger. Snap ik.

Nacht

Misschien mag ik het niet zeggen wegens praivussie maar soms is mijn vrouw bang in huis. Dan moet ik helpen. Dus ik zit in de vensterbank voor haar. Dat ze weet: iemand let op. En soms ben ik ’s nachts op bed en dan kijkt ze opeens heel raar en ze vraagt: “Hoorde jij dat ook Bert?” Ik hoorde niks. Maar dan hou ik even mijn kop scheef en zij houdt dan haar adem in, ze zegt niks meerĀ  en ze staart intens naar mij. Daar krijg ik meteen hele moeilijke gevoelens van. Dus dan moet ik hard gapen om die spanning kwijt te raken. En zij zegt dan: “O gelukkig.” Dan gaat ze slapen en ik ook. Serieus, samenwonen met een vrouw het blijft dat je zegt waar ging dit allemaal over.

Geluid

Maar eerlijk is eerlijk ik ben ook weleens bang. Vooral als er harde geluiden komen, of monteurs in huis of als mijn vrouw heel erg emo is. Dan ga ik naar haar toe en dan miauw ik dat ze moet ophouden. Met monteurs durf ik dat niet. Haar ken ik.

Geluiden blijven gewoon moeilijk.

Zelfvertrouwen

Toen ik hier pas was, moest ik erg wennen. Pas later toen ik van alles begreep en toen ik ook meer zelfvertrouwen had, toen ging ik in huis meehelpen. De boodschappen controleer ik. En ik help mee het bed opmaken. Ik zorg dat ze pauze houdt. Maar het belangrijkste is dat ik controleur vensterbank ben. In de straat zie ik van alles. Soms kijken er mensen omhoog nou die letten voortaan wel beter op. En andere mensen die kijken nooit omhoog nou daar let ik dan weer beter op.

Het is keihard werken en daarna slaap ik ook extra goed. En ik krijg elke keer complimenten en knuffels. Waardering voor je werk is heel belangrijk zei een Feesboekvriend gisteren en dat is zo.

Op mijn vrouw passen (blog)

De laatste tijd ben ik wat meer in huis gaan doen. Ik helpĀ met bedverschonen als ik op tijd wakker ben en er zin in heb. Wat ik zeker weten altijd doe, is op mijn vrouw passen. Soms moet er iemand voor haar zorgen en die iemand dat ben ik. Vorige week was het weer raak.

 

Het was in de middag toen ze zenuwachtig werd. Ze aaide me net iets te hard en zei steeds: “O Bertje, nou moet ik naar de tandarts.” Dan weet je het als huiskater wel. Een paar uur later kwam ze terug en haar gezicht was anders. Aan een kant opgezwollen. Het zag er raar uit. Ik dacht, nou goed in de gaten houden wat ze gaat doen.

En wat doet ze? Ze ging door het huis lopen en opruimen. Daar was ik het niet mee eens. Ik vond dat ze moest gaan uitrusten en dat heb ik laten weten ook.

Zette zij een stap naar rechts, dan lag ik als grote tienpondskater voor haar voeten en keek haar dwingend aan. Zette zij een stap naar links dan miauwde ik waarschuwend. Het duurde nog best lang eer ze het begreep. Ik sprong op mijn kussen en staarde naar haar gezicht. Toen snapte ze het.

Ze kwam naast me op de bank liggen. Precies op de manier die ik fijn vind, dat ze ook een beetje op mijn slaapkussen ligt en dan we dan zo naar elkaars gezicht kunnen kijken.

Daar lag ze.

En ik ook.

Ze kneep een beetje met haar ogen.

Ik begon te spinnen.

Alles in orde, dacht ik.

Maar toen pakte ze een boek en begon te lezen. Meteen sprong ik van mijn kussen af en ik ging voor de bank zitten. Dat snapte ze gelukkig meteen. Ze legde het boek weg en dus kwam ik weer terug. Lekker aaien en oogjeknijp en spinnen.

Toen het tijd was om te gaan eten, voelden we ons alletwee beter. Zij omdat ze rust had gehad en ik omdat ik als huiskater nuttig was geweest. Ze zei: “Ja Bertje, je had gelijk, ik moet vaker naar je luisteren.” En daar was ik het mee eens.

(Dit blog verscheen met vele andere blog op de website van de Vereniging Kattenzorg)