Niet op schoot (blog)

Iedereen is lief op een eigen manier, en ik ben het dus op mijn manier. Ik geef kopjes, ik spin op zeventien verschillende manieren maar ik wil niet op schoot. Of nog niet. Misschien durf ik het niet. Hoe dan ook, ik doe het niet. En ja, dan moet je net een huiskater zijn.

Mijn vrouw zou heel graag willen dat ik op schoot kwam zitten. Voor haar wil ik het wel doen maar voor mezelf zeg ik: nee, niet aan beginnen. Maar zij wil het. Heel, heel graag. Dat voel ik gewoon. Dus elke keer probeer ik het eventjes.

Het begint er altijd mee dat ze in haar stoel bij de werktafel mijn naam roept met die stem waaraan ik meteen kan horen dat ze het weer wil. Ik loop naar haar toe en geef de stoel kopjes. Dan een beetje eromheen lopen en draaien, wat miauwen, zodat zij hopelijk weet dat ik het eigenlijk niet wil. Ik snap haar beter dan zij mij, hoor. Want ze blijft roepen en op haar schoot kloppen van kom-nou, toe-nou, heel-eventjes. En dan ben ik zo’n watje dat denkt, nou ja, misschien, ik probeer het gewoon.

Dat gaat niet vanzelf natuurlijk. Eerst spring ik op de bank, die staat achter haar stoel. Zij schuift de stoel dichter bij de bank. Weer dat op schoot kloppen en zo voel ik gewoon hoe ze ernaar verlangt, en daardoor verlang ik het opeens ook een beetje. Niet heel erg. Maar net genoeg om van de bank op haar schoot te stappen.

Ben ik daar, dan weet ik op hetzelfde moment al beter. Nee! Nee! Ik van die schoot af. Bonk, op het tapijt en wegwezen. Wat is dat hoge toch griezelig. En ik kan haar benen voelen, eng is dat. Ik voel liever een kussen onder mij. Veel steviger. Dus ik ga snel op mijn kussen liggen, dat is van Xenos en het is precies mijn maat. Van mensenbenen kan ik dat niet zeggen.

Dan komt ze naar me toe. Ze is nooit boos. Wel een beetje teleurgesteld. Ze komt me aaien en we gaan praten of nou ja, zij praat en ik ga spinnen en dat vinden we alletwee wel fijn. Ja, als je samenwoont, moet je je aanpassen, dat snap ik best. Behalve als het eng is, dan hoeft het niet. Dat vind ik.

(Dit blog verscheen eerder bij de Vereniging Kattenzorg.)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *