Category Archives: positief kattennieuws

De kater van 12 kilo die een thuis vond

kater  Ja, dit is nog eens een grote kater. Tommy Boy weegt iets meer dan twaalf kilo, al is hij nu aan het afvallen. Deze foto is gemaakt toen Tom nog in het asiel zat.

Dit is het verhaal van een veel te zware kater, die van binnen een bange jongen was en nu aan het bijkomen is bij zijn eigen mensen.

 

Doos

Zomaar op straat, buiten het asiel, stond een grote doos met daarin een grote kater. Verlaten. Door wie, wist niemand.  Natuurlijk kon hij meteen mee naar binnen.

Al vanaf het eerste moment dat Tommy – hij kreeg een naam – mensen binnen zag, wilde hij knuffelen en kopjes geven. Hij was een kater die liefde wilde geven en ontvangen. Maar er was meer met hem aan de hand.

Onzeker

Al die nieuwe indrukken maakten Tommy onzeker. Hij verstopte zich dan ook vaak en graag onder zijn dekentje. Daar voelde hij zich veilig. Bezoekers zagen dan een grote bobbel onder een deken.

Een van die bezoekers was Alex, een dierenarts die als vrijwilliger bij het asiel werkte. Ze had nog niet zo lang geleden een kat verloren en zij en haar gezin waren klaar voor een nieuwe huisgenoot.

Onder de deken zag ze twee blauwe kattenogen naar haar gluren. Ze stak een vinger door de tralies van het kooitje en maakte wat geluiden. Het antwoord? Een reuzengrote kater wriemelde zich onder de deken uit, drukte zich tegen de tralies om beter geaaid te kunnen worden en miauwde alsof hij een klein katertje was: “Mew… mew…”

Adoptie

Alex was toen al verliefd op Tommy. Maar hij was nog niet klaar voor adoptie, dat duurde nog een aantal dagen. Voor Alex betekende dat ze hem bleef bezoeken. Tommy keek naar haar uit en begon steeds harder te spinnen. Hij voelde dat dit een kans voor hem was.

Toen Tommy geadopteerd mocht worden, stond Alex een half uur voordat het asiel opende al te wachten. Ze dacht dat iedereen Tom wilde. Maar zij bleek de enige te zijn. En Tommy Boy ging die dag naar zijn nieuwe huis.

Thuis

In zijn nieuwe leven zijn er veranderingen. Hij volgt een dieet en valt af, zodat hij een gezond gewicht kan bereiken. Hij doet aan sport, door te spelen en te rennen.

Maar Tommy is nog steeds een superknuffelkater.  Hij slaapt graag op bed, bij voorkeur op een hoofdkussen naast zijn vrouw. Hij miauwt veel en hij heeft een vriend gevonden in de voormalige asielhond Dude.

Tom heeft het goed en het gaat alleen nog maar beter worden.

(Bron: Lovemeow.com)

Als je een piepklein kitten bent

   Je moet wel drie keer kijken eer je Hazel ziet. Precies, daar is ze, in het midden, dat pieppiepkleine hoofdje. Hallo Hazel!  Ze is een veeltevroeg geboren kitten (prematuur heet dat)  dus eigenlijk was haar lichaam nog niet klaar voor het leven. Ze had hulp nodig.

Hazel was de dochter van een binnenpoes, die op een dag geheel tegen de bedoeling in het huis uit kwam. Toen ze terugkeerde, was ze zwanger.  Soms gaat het snel.

Licht

Bij haar geboorte woog Hazel 79 gram maar ze leefde. Twee andere kittens kwamen levenloos ter wereld en een broertje rede het niet.  De moederpoes had het moeilijk, en ze kreeg medische zorg, voor haar lichaam en tegen de spanningen van het nestje. Ook werd ze geneutraliseerd.

Zorg

Hazel kreeg elke twee uur voeding van haar mens, met aaien en lieve woordjes.  Die zorg hielp haar. Ook toen ze na een paar dagen al een infectie opliep. Die kon gelukkig genezen worden. Hazel was vastberaden om te blijven leven, ook al moest ze in de eerste weken van haar leven best vaak naar de dierenarts.

Ze is nu zo’n vijf weken oud en met de dag wordt ze sterker en gezonder. Met zorg en vooral met liefde kom je ver, dat zie je maar weer eens.

Wat ze het liefste doet? Kriebels  krijgen op haar buik. In slaap vallen op schoot bij haar mensen. Spelen en daarna heel lang knuffelen en keihard spinnen.

Hazel heeft heel veel energie, zelfs voor een kitten. Dat belooft wat voor de toekomst.

Haar mensen hebben alles gedaan wat ze konden en met succes: de nachten waarin ze elke twee uur wakker moesten zijn om Hazel eten te geven waren het meer dan waard. De dierenartsrekeningen hebben ze met liefde betaald. En Hazel weet alleen dat mensen knuffelen en liefde geven.

(bron:Lovemeow.com)

Macan uit de poezenhemel vertelt over Mona Lisa

  Hoi allemaal, ik ben het Macan uit Indonesië, nou ja vanuit de poezenhemel. Vroeger woonde ik bij Oom Rudy.  Ik wilde ook graag een verhaal insturen over Mona Lisa, de poes die ook bij ons woonde en die nou in de poezenhemel is.

Het heeft zich afgespeeld in de grote drukke stad Semarang. Oom Rudy heeft daarvan enkele nachten niet kunnen slapen. Maar gelukkig, als door een wonder, was alles goed afgelopen. Terwijl ik jullie nu schrijf zit Mon nu naast mij. En leest mee. Nieuwsgierig dat zij is! Over wat ik over haar vertel. Of ik geen rare dingen over haar schrijf. Want ja, al van vroeger was Mon altijd een beetje eigenwijs, zeg maar koppig. Maar tegelijk was zij ook lief.
Of niet soms Mon?

Naar Semarang

Wij woonden toen in het 2e huis van oom Rudy, daar in Bandungen. Een heel rustig bergdorpje. Oom Rudy had eerst in een ander huis gewoond, ook in Bandungan, maar toen kenden wij hem nog niet. Op een goeie dag vertelt oom Rudy dat wij met z’n allen voor enkele dagen naar Semarang zouden gaan. De vrouwtjeskatten moesten worden gesteriliseerd. Dat waren Mona Lisa , mijn zus Hitam en haar 3 dochters. En ik, als enige kater, moest ook mee met dit stel kattige meiden. Ik moest worden gecastreerd. In Semarang zouden wij gezellig voor een paar dagen bij de vrouwelijke dierendokter logeren. Zo vertelde oom Rudy ons.

Hier hang ik op schoot bij Oom Rudy

Tegelijk zou die dokter naar mijn handicap kijken. Want ik was verlamd was aan mijn achterpoten. Hoewel ik mij altijd goed kon ‘voortslepen’. Maar de dokter, daar in Semarang, vertelde dat er helaas niets meer aan te doen was. En adviseert mij om zoveel mogelijk in beweging te blijven. En vooral om niet de hele dag stil te blijven zitten. Dus zoveel mogelijk, in beweging blijven met het schuivelen. Dat advies heb ik goed in mijn oren geknoopt. Want ik heb de kattenmeiden vaak achter na gezeten. Vooral als zij bij mij in buurt kwamen. Maar ook kattenkwajongens moesten het niet wagen mij te pesten over mijn handicap.
Ook volgens de dokter had ik eigenlijk vanaf mijn geboorte elke dag moeten worden gepijit. Fysiotherapie dus. Maar dat is natuurlijk nooit gebeurd. Want helaas, zus Hitam en ik hebben vanaf onze geboorte voor een tijd lang in verschillende sloten gewoond. Onze mammie verhuisde elke keer naar een andere sloot of andere plek. Want op Java zeggen ze, dat je als moederkat 7 maal met je pasgeboren kindertjes van plekje of sloot moet verhuizen, en dat pas op de 7e plek alles veilig is.

Mona Lisa protesteert

Terug naar het verhaal Semarang. Wij vonden dat allemaal prachtig. En verheugden ons op de aanstaande vakantie in Semarang. Behalve Mona Lisa. Zij had meteen de grootste problemen. Over het plan om met vakantie naar Semarang te gaan. En mopperde: “Ik wil helemaal niet weg van hier. Wat een gedoe, om helemaal naar Semarang te gaan. Ik heb daar niks te zoeken. Ik krijg nu al de zenuwen, als ik daaraan denk.” Ik probeerde haar wat te sussen. Maar zonder resultaat “ Mon, wij zijn nooit verder gekomen dan tot Bandungen.” zei ik, “Het is toch leuk om iets te ontdekken en wat meer te zien van de wereld.” Maar Mon bleef koppig en vond het maar niks. Zij had daar in Semarang niets te zoeken.
Het plan om weg te lopen
Zij begon een plannetje te bedenken hoe zij de boel kon saboteren. En zij vertelt dat zij bij de dierenarts zou weglopen. “ En dan meteen terug naar Bandungan !!! ” zei ze. “Jij bent hartstikke gek Mon’. riep ik. “ Weet je wel hoe ver het lopen is naar Bandungan ? En je kent de weg toch niet? Doe niet zo stom, Mon ! ” Maar zij bleef koppig. En met haar eigenwijs gezicht zei ze : “Zij spreken daar toch ook allemaal Javaans, in Semarang? Of niet soms? Dus ik vraag wel hoe ik moet lopen.”
Ik heb toen maar mijn mond maar gehouden.

Naar Semarang

Heel vroeg op een morgen, vertrokken wij naar Semarang. Met de Jeep van oom Rudy. Ook mas Par ging mee. Wij allemaal in een kattenmand. Door de heuvels en dalen van berg Ungaran, over vele bruggetjes, door enkele desa’s, reden wij naar beneden, totdat wij bij het kruispunt aankwamen van de drukke verbindingsweg: Semarang-Jogja. Daar sloegen wij links af, voor richting Ungaran en daarna Semarang. Natuurlijk de hele weg vele liedjes gezongen. Ook dat het bekende lied “Wij gaan naar S’marang, daar aan de zee. En nemen brokjes met ons mee.” Een heel bekend liedje, op de wijs van: “Wij gaan naar Zandvoort”. Zoals oom Rudy wel eens voor ons zong. Alleen Mon, bleef in haar mand, met een zuur gezicht voor zich uit kijken. En vertikte het om mee te zingen. Oom Rudy zei toen nog: “ Wat fijn, Mon is lekker rustig.”

Aankomst bij mevrouw de dierenarts

Even later, kwamen wij aan, bij mevrouw de dierenarts. Wij stopten voor haar huis. Ik zag dat Mon meteen in starthouding ging zitten, klaar om eruit te springen. “ Doe niet zo stom Mon. Blijf hier bij ons!”, gilden wij allemaal naar haar. En oom Rudy, die ons natuurlijk ook hoorde schreeuwen, zei tegen ons: “Rustig , rustig maar. Jullie worden hier echt heel goed verzorgd, drie maal per dag krijgen jullie je kattenbrokjes.”

Onze droevige herinneringen

En plotseling gebeurde het. Terwijl mas Par, met de mand van Mon naar binnen liep, lukte het Mon om in één keer het deksel omhoog te drukken. En razendsnel, met één sprong was zij er uit. En rende snel weg. Mas Par en oom Rudy schrokken zich rot en begonnen te schreeuwen:
“Mon, Mon kom hier, kom hier!” Wij natuurlijk ook : “Mon, Mon, blijf hier, blijf hier.” Maar niemand kon Mon grijpen. Wij konden nog nèt zien hoe Mon boven op een muur was gesprongen. En dat zij heel snel, weer van die muur afsprong, maar dan precies de andere kant op, van die muur. En toen… was zij verdwenen. Zij was weg. Bij oom Rudy en mas Par brak direct paniek uit. En voelden zich machteloos, omdat Mon nergens was te zien. Niet bij de buren van de dokter, zij was nergens, zij was spoorloos. En wij bleven maar huilen en roepen: ‘Oh Mon, Oh Mon . Kom terug, kom terug’. Het was verschrikkelijk. Allemaal dachten wij dat wij Mon nooit meer zouden terug zien. En dan de gedachte door ons hoofd, dat Mon daar in die grote stad Semarang iets afschuwelijks zou overkomen. Vreselijk ! Arme oom Rudy en mas Par, die even later met een heel bedroefd hart over wat er was gebeurd, naar Bandungan zijn teruggekeerd. Hun gedachten waren bij Mon. Alleen een wonder zou Mon kunnen redden. En wij, die in Semarang achterbleven hadden de hele nacht gepiekerd over onze vriendin Mon. Kom toch alsjeblieft terug lieve Mon. Ayo kom terug.

Mon komt terug

De volgende dag waren wij natuurlijk nog heel zenuwachtig en heel verdrietig over Mon.
Wij zijn toen meteen op die ochtend allemaal behandeld. Daarna zijn wij allemaal in een diepe slaap gevallen. Ik herinner dat ik toen droomde. Maar ben vergeten waarover ik droomde. En zo sliepen wij allemaal nog lekker door, tot eind van de middag, of tot tegen de avond. Het was nog niet helemaal donker.
En plotseling schrokken wij wakker. Van buiten klonk een heel hard gekrijs. Wij herkenden de stem van Mon! En ook het schreeuwen was precies als van Mon: “ Lelijk kreng, lelijk kreng, laat mij los, laat mij los!” En even later ging de deur open en ja, het was Mon. Die aardige hulp van de dokter kwam binnen. Zij droeg Mon stevig in haar nekvel. Mon spartelde hevig, maar kon niet los komen. En toen, hups… daar ging Mon haar mand in. Deksel erop en dat alles werd stevig vastgeklemd. Wij begonnen meteen te juichen en begonnen te zingen. “Mon is terug, Mon is terug. Hiep hiep hoera.” Mon moest huilen. Maar het was van blijdschap en ook van een beetje schaamte. Over dat zij zich zo idioot had gedragen. “ Vergeef mij, vergeef mij alsjeblieft,” snikte zij naar ons.
Toen kwam even later kwam de dokter binnen, samen met haar hulp. De dokter vertelde ons dat zij oom Rudy had opgebeld. En hem heeft gerustgesteld over Mon, die gelukkig was teruggekeerd. En dat wij over een dag of 4, met z’n allen werden opgehaald. “Dank u wel mevrouw de dokter, dank u wel. En ook : Dank u wel mevrouw de hulp, dank u wel.” riepen wij in koor.
En Mon tot de hulp : “ Lieve mevrouw de hulp, kunt u mij vergeven, dat ik u zo heb gekrabd. Ik wou u heel erg bedanken.” En deze lieve hulp was helemaal niet boos op Mon. Ofschoon Mon haar toch behoorlijk had toegetakeld. Met een paar behoorlijke krabben op haar bovenarm. Wij zagen dat haar arm met betadine was behandeld.

Onze tweede huis in Bandoengan

Mon vertelt over een lieve stem

En toen kregen wij allemaal een bakje met heerlijke kattenbrokjes. Mon bleef nog een beetje huilen. Zij legde ons uit dat zij een soort stem, had gehoord, een vrouwenstem: “lieve Mon, oom Rudy heeft heel veel verdriet. Loop maar niet weg. Er wordt voor jou een bakje met brokjes voor de deur gezet van de mevrouw de dokter. Maar loop niet weg” En terwijl zij al op weg naar Bandungan was, had zij opeens helemaal geen zin meer, om door te lopen. En zij is teruggekeerd naar het huis van de dokter. En inderdaad, er stond een bakje met brokjes voor haar klaar. Zoals het haar was gezegd door die vrouwenstem. Wij vonden dat een heel mooi verhaal. En hadden die nacht heerlijk geslapen. Hitam maakte mij wel een keer wakker: “ Macan je snurkt, draai je om.”

Wij gaan naar huis toe in Bandoengab

Mon werd toen de volgende dag behandeld. Drie dagen later kwamen oom Rudy en mas Par ons ophalen. Terug naar huis. Samen met Mon, zongen wij : “Wij gaan naar huis toe, in Ban-doen-gan. En nemen brokjes met ons mee…” Ook Mas Pas en oom Rudy zongen mee.
En weer wat later waren wij thuis in Bandungan.

Opmerking: Mon was toen nog niet zo lang bij ons. Zij was als een wilde kat bij ons aangelopen. En niemand kon haar toen oppakken. Toen ik deze gebeurtenis over Mon, aan het opschrijven was, heeft Mon, die toen naast mij zat, het verhaal meegelezen. En zegt : “Lieve Macan, echt waar, ik heb daar zoveel spijt van gehad, kun jij mij dat vergeven?” En ik kreeg meteen een dikke zoen van haar !! Mon, zij blijft mijn eeuwige schat, óók in onze Kattenhemel.

Zo dan beste Bert, dit is een verhaal over Mona Lisa, één van die vele lieve katten van oom Rudy. Ik hoop dat je er wat mee kunt doen. Later vertel ik nog wel iets grappigs, ja en ook over alweer onze eigenwijze Mon.

En jij hartelijke groet, vanuit de Kattenhemel/Regenboogbrug
Mas Macan

Hoe een kitten de blinde kater Tabby hielp

   Hoi  Bettina en Taffy! De twee katten hebben een bijzondere vriendschap, eentje die je niet vaak tegenkomt. Ze hebben ook alletwee een moeilijke achtergrond.

 

Oog

Tabby – hij zit vooraan op de foto – zwierf op straat rond. Dat is al een moeilijk leven, maar voor hem  was het extra zwaar. Hij had een zware ooginfectie. Toen hijdoor zorgzame mensen van de straat gehaald werd, moest hij meteen door naar de dierenarts.  De uitslag: met zijn ene oog was hij blind, in het andere had hij nauwelijks zicht.

Wat opviel was zijn verlangen naar liefde: hij had zo’n behoefte aan knuffels en aandacht. Vaak gaf hij een piepje, in de hoop op gezelligheid.

Taffy kreeg een pleeggezin om te wennen aan het zowat blind zijn.

Broer

In het pleeggezin kwam al snel iemand anders te wonen. Een vijf weken oud kitten die door omstandigheden was verlaten door haar moeder. Het kittenpoesje kreeg de naam Bettina. Ook zij had hard medische zorg nodig vanwege een slechte vacht, ooginfecties en parasieten. Bettina had heel erg veel honger.

In het pleeggezin ontdekte ze wat het betekende om genoeg te eten te hebben. Ze kreeg zoveel knuffels als ze wilde. En ze ontdekte een grote broer die Taffy heette.

Gids

Taffy volgde het jonge poesemeisje overaal waar ze liep. Als zij sprong of redne, wanneer ze met speelgoed rolde, dan was Taffy erbij. Het waren allemaal nieuwe geluiden voor hem. Al snel sloten ze vriendschap. Ze begonnen samen te slapen en te knuffelen.

Taffy leerde actiever te zijn. Hij durfde meer als Bettina in de buurt was. Bettina vond het prima, ze had in Taffy een trouwe vriend.

Adoptie

Na een poos werd het tijd voor Taffy en Bettina om het pleeggezin te verlaten. Ze waren klaar voor adoptie. Iedereen begreep dat de twee niet meer gescheiden konden worden: ze hadden elkaar nodig en ze waren elkaars beste vriend.

Zo gebeurde het ook. In hun nieuwe huis konden ze samen blijven, dat wil zeggen: met hun nieuwe rode broer Chester.  Een heerlijk happy end.

(Bron: Lovemeow.com)

Als de kat een dubbelleven leidt..

dubbelleven  Je hoort weleens van mensen die twee gezinnen hebben. Of een dubbelleven leiden. Maar katten kunnen dat ook, zo blijkt uit verschillende waargebeurde verhalen.

Het begon met de Siameze kater Ming uit Amerika (waarvan geen foto is).

Gezellig

Een Amerikaanse site vertelde dat Ming wel heel erg veel van gezelligheid hield.  Meer dan tien jaar lang wandelde hij van zijn ene huis naar het andere, en in elk huis had hij zijn eigen mensen, zijn eigen mandje en zijn eigen speelgoed. In het ene huis heette hij Ming, in het andere huis noemden ze hem Cleo. Dat kon de kater niks schelen. Hij genoot van de dubbele dosis van van alles.  Maar toen kreeg hij een microchip- en daarmee veranderde zijn situatie.  Omdat zijn ene familie dacht dat hij “weg” was, terwijl Ming/Cleo gewoon bij de andere familie zat, gingen ze naar hem op zoek. Zo werd zijn dubbelleven ontdekt.

Herkenning

Het merkwaardige verhaal riep wereldwijd herkenning op. De website Boredpanda publiceerde een hoeveelheid aan reacties en vergelijkbare verhalen.

Er was ook het verhaal van een kat die op een dag thuis kwam met een briefje aan haar kraag, waarop ongeveer stond:

“Ik weet niet bij wie deze poes hoort, maar ze komt heel vaak bij ons op bezoek. Ze miauwt aan de achterdeur net zolang tot we haar binnenlaten. Dan kringelt ze rond onze benen, loopt door het huis alsof het van haar is en wacht bij de koelkast tot we haar iets lekkers te eten geven. We kijken altijd erg uit naar haar bezoeken. Dit jaar ging onze eigen 21-jarige kat over de Regenboogbrug.”

Sociaal

Zo zie je hoe sociaal katten kunnen zijn. Ze komen op bezoek voor gezelligheid en lekker eten, maar soms ook om troost en kopjes te brengen als ze voelen dat iemand dat nodig heeft. En als daar snacks zijn, slaan ze die niet af.