Als het zomer is lijkt het alsof de tijd in mijn tuin stil staat, elke dag is hetzelfde: er is zon en het wordt lekker warm, daar ben ik blij mee want ik hau van zon en warmte, er gebeurt dan niet zoveel en iedereen doet het rustig aan, omdat het veels te warm is om druk te doen.
Ochtend
Zelf lig ik elke ochtend in mijn gras in de schaaduw, mijn vrouw komt er bij en ze leest de krant en drinkt dat fiese spul dat Tee heet, bah, in het zonlicht zie ik vlindertjes, ze zijn er in allemaal ferschillende kleuren maar ik let fooral op de witte, dat zijn Loes en Brammie, ze fladderen vlak bofen mijn neus en fraagen of ik mee kom, ja natuurlijk!, we dansen met zijn drietjes door mijn tuin, en efentjes is alles nog goed.
Als de zon recht bofen mijn tuin staat kruip ik onder de planten, daar is zwarte aarde en die is altijd lekker koel, ik denk na over het leefen, maar niet te veel, daar ben ik te soeselig voor, ik hoor bijtjes en hommels zoemen, ze kruipen in bloemetjes om hun eeten te zoeken, ferder ligt iedereen te dutten in de hitte, net als ik.
Gras
Aan het einde van de middag ga ik terug naar mijn gras, daar is dan een beetje zon maar ook schaaduw, de warmte op mijn lijf maakt dat ik me helemaal zacht en slap foel, ik word steeds langer en langer, totdat ik een lange sliert in mijn gras ben, een sliert die ligt te genieten, en soms is het net alsof Brammie naast me ligt en we lekker met onze buiken in de zon liggen, o als mijn Milamuis dat maar niet ziet!
In de afond zit ik op mijn stoel, en denk aan Oscar en het Stoelendansfeest en hoe fijn dat was, of ik lig op de grafjes van Pop, Beer, Mol, Billy en Bolle, ik foel het ferleeden en de liefde die altijd blijft, en ik fergeet dat tijd bestaat, ik heb alleen maar rust in mijn hoofd.
Heemel
In mijn zomertuin foelt het alsof alles altijd zo geweest is en altijd zo zal zijn, om mij heen is een grote weereld met daarbofen de heemel, en op die grote weereld loopt een heel klein stipje, een klein Kevertje dat niets beteekent maar tegelijk juist alles, want ik ben dat kleine stipje!, het foelt niet grieselig dat ik maar zo klein ben, het foelt juist alsof ik presies op de goede tijd op goede plek ben, ik zau nergens anders willen zijn dan in mijn tuin, waar ik alle blaadjes en bloempjes ken, waar Mikkie en Pokon Hallo zeggen door mijn gaaas, waar mijn mensen zitten en waar ik alles begrijp.
Mevrouw Kim, van de poezendames Sam en Pom, heeft een gedigt voor mij gemaakt, het is een haajkoe, zo heet dat, folgens mijn vrouw schrijf je het anders maar ik heb het toch zeker gehoord dat je het zo zegt?!, ik froeg of ik het in mijn blog mocht zetten en dat mocht, dankuwel mevrouw Kim!, het is presies hoe ik me foel, hier komt het:
Keef danst door zijn tuin,
witte vlinders om hem heen.
Hij lacht, hij kent ze.
Alle tijden komen bij elkaar in het hart van dat kleine stipje dat Kever heet, mijn hart heeft heel veel ruimte voor mijn mensen en al mijn vrienden en alle sterren, en ik ben vol van geluk met alles wat in mijn hart zit, nu ben ik hier, froeger waren er andere katten, en laater weer nog andere katten, maar er blijft altijd iets achter, ook van mij; herinneringen, liefde, en vlinders.
***
Ik stuur iedereen die iemand mist zachte kopjes en ik tetter gewoon door voor vreede, ook in de zomer!
Let iedereen alsjeblieft goed op met de warmte?