Tag Archives: oog

Loesje vertelt over assie jou oog onstooke heb

oog

Vorige week foelde ik mij eigen nie fijn. Mij vrouw zat mij eigen steeds in mij gaate te houwe. Jij wor er nie blij van. Van me eigen wilde ik rust en ook veel slaape.

Eete

Misschien denk u nu heb Loes wel kunne eete? Van mij eigen kan ik u wel gerus stelle, mij eete smaak mij altijd prima. Maar ik moet wel zegge, assie jou eete nie kan zien hebbie wel jou andere beleefing. Mij vrouw heb het wel gezien van mij gestuntel. Zij zeg Loes, jou oog is nie goed. Jij ga naar jou dokter!

Fier wiele

Toen heb mij vrouw zonder mij eigen toestemming te fraage, mij dokter gebeld. Dan weet jij wel hoe laat jij leef. Jij heb er niks meer teege in te brenge. Mij vrouw heb ze goeie vriendin gesjartert want zij zeg Loes, jij ga met fier wiele naar jou dokter. Mij vrouw heb van ze eigen maar twee wiele. Van me eigen moei ik me nooit met hoefeel wiele mij vrouw heb. Mij eigen spreekwoord is: assie er geen ferstand van heb hoefie jou eigen er nie mee te moeie. Maar mij mandje stond klaar. Dan hoefie ook niemeer teege te stribbele. Jij kom er toch nie onderuit!

Springe

Mij dokter heb mij heelemaal onnerzocht. Hij zeg Loes jij ben al op jou leeftijd, kan jij nog wel goed springe? Assie al geen onstooke oog heb dan zou jij die wel een krijge assie soiets hoor. Van me eigen spring ik nog goed en mij vrouw zeg het ook. Hij heb mij heupe en mij achterpoote gefoeld. Jij kan het wel nie wille, het gebeur toch.

Weegschaal

Mij dokter zeg, Loes jij ben nog best soepel voor jou leeftijd en jou gewicht! Toen heb ik nie alleen mij oog maar ook mij oor dicht gekneepe! Ik moes op mij weegschaal staan en hij oogzeg dat mij maatje nóg meer is geworre. Ferder ga ik daar nie ofer praate. Jij mag ook jou preifussie hebbe. Mij oog is onstooke, nie mij gewicht! En het heb te maake met mij groonies niesziek zijn. Mij dokter zeg, Loes jou groonies niesziek zijn ga nooit meer beeter worre. Jij moet ermee leere leeve! Toen ben ik in mij mandje gaan zitte! Mij vrouw heb zalluf mee gekreege en van me eigen mocht ik ook mee terug naar mij huis. Dan hebbie wel geluk.

Zallufe

Nu moet ik herstelle heb mij dokter gezegd. Mij vrouw moet mij ooge fier keer op mij dag zallufe. Offie nou wil of nie. Ik vin er niks aan. Mij oog is mij oog en het is intiem. Jij wil er geen gefriemel aan. Mij dokter heb ook gezeg, Loes jij kan nog ziek worre. Dattie ga niese en zo. Dan krijgie antibiootie en jij mag pas terugkoome assie beeter ben en sterk. Dan krijgie jou prik en dan bennie weer bescherm.
Toen heb ik mij eigen wel toe moete spreeke van mij poosietief zijn. Assie soiets hoor ga jij liever seeve paaling ferslinde. Maar assie niks kan zien kan jij jou paaling nie eens vinde!

Met ze vinger

oog
Aureomycin 10mg/g

Mij vrouw zorrug goed voor mij eigen en zij zalluf mij oog. Zij til mij eigen op en zet mij op mij aanrecht. Dan geef zij mij knuffels en zij zeg lieve woordjes. Zij kriebel op mij kop en zij ga achter mij eigen staan. Dan ineens ga zij met ze vinger mij oog zallufe. En ook mij andere oog. En zij hou mij ook teege ze eigen aan gedruk. Van me eigen vin ik er niks aan. Jij moet er toch nie aan denke dattie fijf ooge heb! Gelukkig geef zij mij wel mij snek en dan zettie mij weer op mij grond.

Poosietief blijfe

Het ga nu wel al beeter met mij oog. Dank u wel dattie zo met mij eigen meeleef nu mij eigen in mij mand met mij lappe zit. Het hellup mij hart. Dattie kracht foel om beeter te worre. Dat is belangrijk en mij Bert zeg het ook. Mij Doorie heb ze eigen veel zorruge gemaak, hij kan ze MammaLoesje nog nie misse. Hij stuur mij ze eigen zallumkoesjes, dan breek jou hart. En mij eigen heb er ook van gesmuld want het foel als mediesijn. Dan kan jij poosietief blijfe.
Assie ziek ben moet jij jou kop nie laate hange. Jij moet altijd erregus jou licht blijfe zien en jou vis.

Liefs van Loesje

kater Bolle over: dankjewel zeggen en ’s nachts buiten slapen

buiten slapen

Meestal slaap ik binnen. Op het grote bed of op mijn kurk. Maar nu het warm is, slaap ik ’s nachts meestal in mijn tuin.

Grote bed

Ik slaap op mijn stoel, in mijn huisje en in mijn mand, maar niet allemaal tegelijk natuurlijk.
Mijn Molletje sliep altijd binnen maar Pop en Beer sliepen ook vaak buiten als het heet was. Dus mijn mensen begrijpen het wel, maar ze vinden het niet gezellig. Daarom klim ik soms eventjes op het grote bed. Om goed te knuffelen en om te laten weten dat ik straks weer gewoon in huis kom slapen.
Maar ’s nachts is het zoooo spannend in mijn tuin en dat wil ik natuurlijk niet missen.

In zijn tuin

Als het donker is en alle mensen zijn binnen, ga ik eerst naar de tuin van ons buurmeisje. Overdag is daar een grote hond. Die wil niet dat ik in zijn tuin kom. Als hij me in zijn tuin ziet, doet hij naar me blaffen en probeert me te vangen. Maar ’s nachts slaapt hij in zijn huis. Dan kan ik rustig zijn tuin bekijken.
Ik snuffel overal, en ik doe een plasje. Of misschien zelfs wel twee, of drie. Dat doe ik om te laten weten dat die tuin eigenlijk van mij is. Voordat de hond er was zaten mijn Molletje en ik er vaak. Dus eigenlijk is het onze tuin, want wij waren er het eerst.

Stoel

Als ik in alle hoekjes van die tuin heb gekeken en heb geroken aan alle geuren, ga ik in mijn eigen tuin op mijn stoel zitten. buitenMeestal komen na een tijdje andere katten aanlopen. Die willen mijn tuin bekijken. Dat mag best, als ze maar weten dat het mijn tuin is.
Twee tuinen verder woont een heel klein damespoesje. Ze is al twee of drie jaar maar ze lijkt nog een beebiekatje. Mijn mensen noemen haar Juffrouw Mier. Ze heeft een heel hoog stemmetje en ze is zwart met rood en een klein beetje wit. Ze komt onder het hek door naar mijn tuin en gaat dan rondlopen. Ik loop achter haar aan en kijk wat ze doet. Soms drinkt ze uit mijn waterbakken, of ze zit op mijn gras. Dat vind ik prima.
Ik denk dat ze mij leuk vindt, want ze komt vaak naar me toe. Maar twee of drie jaar is wel erg jong, vind ik. En bovendien is Mol natuurlijk voor altijd mijn vrouw. Als mijn Molletje nog op aarde was, zou ze Juffrouw Mier met een heleboel gekrijs de tuin uit jagen. Maar nu kan Juffrouw Mier gewoon alles bekijken en overal aan snuffelen. Net als ik doe in de tuin hiernaast.

Dameskat met streepjes

Op de daken van de schuurtjes lopen ook katten rond. De meesten ken ik wel. Verderop wonen twee katten met hele lange haren, ik denk Meen Koens. Het zijn een broer en een zus. Het zusje loopt vaak over de schuurtjes naar mijn schuur. Dan zitten we allebei eventjes op het dak, gewoon naast elkaar. Daarna gaat zij weet naar huis.
Een paar huizen naast mij woont een hele grote witte kat, een poes. Die is best wel een beetje bazig, en doet altijd net alsof ze mij niet ziet. Ik heb weleens tegen haar geblazen, maar daar trok ze zich niks van aan. Nou, dan houdt het op natuurlijk.
Nu doe ik gewoon alsof ik het niet zie als ze door mijn tuin loopt en mijn trap opgaat. Eigenlijk ben ik een beetje bang van haar, maar dat weet ze gelukkig niet.
Aan de overkant van mijn tuin woont een dameskat die bruin is met streepjes. Zij doet altijd naar mij blazen, ook in mijn eigen tuin. Dat vind ik niet netjes dus jaag ik haar mijn tuin uit. Je kunt tenslotte best beleefd blijven, vind ik. Zomaar blazen is nergens voor nodig.

Ultra-soon

Behalve katten lopen er ook nog muisjes en ratten rond. Daar kijk ik naar, maar ik doe ze niks.
Ik heb wel eens een rat meegenomen voor mijn mensen maar die waren er niet eens blij mee. Al die moeite voor niks, dat doe ik dus niet nog een keer.
O ja, en er vliegen vleermuizen rond. Die maken een heel gek geluid, ultra-soon heet dat. Dat geluid botst tegen dingen op, en vleermuizen luisteren naar de echo ervan. Als het geluid tegen mij opbotst, weten ze dat ik op mijn stoel zit. Biesonder hè?

Huiskater

Mijn mensen weten dit allemaal, want ze komen heel af en toe even kijken. Maar wat ik verder doe als alle mensen en honden slapen, dat is geheim. Dat weten alleen katten. En dat moet zo blijven, dus dat kan ik niet vertellen.
Mijn vrouw zegt “Ja ja, je ligt gewoon te slapen” maar dat is niet waar. Ik lig te ob-ser-ve-ren. Dat betekent dat je alles wat er gebeurt bekijkt. Bovendien moet ik ook nog in de gaten houden of er een kat langs komt die ik niet ken. En soms vechten katten op de daken van de schuurtjes en dan ren ik er naar toe, om te weten wie het zijn. Nou, noem dat maar slapen!
Ik ben ’s ochtends altijd best moe, dat is logies. Overdag ben ik dus veel aan het slapen.
Tot het weer donker wordt. Dan word ik weer een oerkater, die waakt over zijn domijn (dat betekent: je grondgebied).
En ’s ochtends ben ik weer gewoon Bolle de huiskater. Ik knuffel met mijn mensen, eet een paar brokjes en slaap veel.
Omdat ik het ’s nachts zo druk heb.

Alleen als het een beetje kouder wordt of het regent, dan ben ik snel weer de hele dag en de hele nacht huiskater.

 

Dankjewel

Volgende week ga ik schrijven hoe het mijn oog gaat. Of eigenlijk met die druppels die ik in mijn oog moet. Dat wil ik niet, ik doe friemelen als mijn mensen het proberen. En piepen.
Mijn mensen zijn bang dat ze mijn oog kapotmaken.

We waren alledrie best heel zenuwachtig.  Toen zei mijn vrouw ineens kijk eens Bol!
En ze liet me zien dat mijn vriend Bert een stukje op zijn feesboek had gemaakt, voor dat iedereen tips kon geven over die druppels. Heel veel mensen en katten hadden daarop geantwoord.
En mevrouw Bert had dat allemaal doorgestuurd naar mijn mensen, omdat wij geen feesboek hebben. Dat is natuurlijk superlief!
Daarom snapte ik ook niet presies waarom mijn vrouw zat te huilen. Mijn vrouw zei dat ze moest huilen uit dankbaarheid, dat iedereen zo lief is en ons helpt.
Ja, als je daar over nadenkt kun je er best tranen van krijgen. Omdat het zo biesonder is.
Dan krijg je tranen omdat je blij bent dat je zulke lieve vrienden en vriendinnen hebt. Dat zijn tranen omdat je iedereen wel kopjes en neusjes en pootjes en knuffels wilt geven. Tranen omdat je hart blij is. Van mij en mijn mensen heel erg veel bedankt!